Vraag 1. Wat ga ik doen?

• Denk na over wat je precies gaat doen en zijn de taken haalbaar in de beschikbare tijd.
• Maak een overzicht van de verschillende studietaken. Oriënteer je op de specifieke eisen van bijvoorbeeld het tentamen, referaat of werkstuk.
• Bekijk dan realistisch of het haalbaar is om de voorgenomen taken te doen in de beschikbare tijd

• Het kan handig zijn eerst een week te noteren wat je dagelijks doet. Zo krijg je inzicht in je tijdsgebruik.
• Maak daarna een tijdsschema. Vul dagelijkse verplichtingen en vrije tijdsactiviteiten in. Vul dan de studietaken in. Zorg ervoor dat je ook dagdelen vrijhoudt zodat je de mogelijkheid hebt om te schuiven als dat nodig is.

• Zorg voor een goede werkplek waar je het meest productief bent (bijvoorbeeld je eigen kamer of de bibliotheek).
• Probeer regelmatig te werken en ga gewoon aan de slag zonder je af te vragen of je het wel leuk vindt.
• Pauzeer na hooguit een uur en kort om daarna weer verder te gaan

• Ga na of je niet teveel hooi op je vork hebt genomen
• Spoor negatieve opvattingen over jezelf op, meestal vormen die een blokkade om verder te kunnen werken.
• Merk je dat de problemen ondanks de adviezen blijven bestaan, raadpleeg dan een studieadviseur of studentenpsycholoog