homepage Universiteit Leiden Studieondersteuning

Studentenpsychologen

Algemene Studievaardigheden
Neem je manier van studeren onder de loep

Studievaardigheden

Het woord 'studeren' is eigenlijk een verzamelwoord voor een groot aantal zeer uiteenlopende activiteiten, zoals: het bestuderen van literatuur, werkgroepen voorbereiden en bijwonen, colleges volgen, werkstukken schrijven, tentamens doen.

De meeste studenten ontdekken in de loop van de studie hoe ze de studie moeten aanpakken om tot bevredigende resultaten te komen. Velen leren al doende van gemaakte fouten. Sommigen lopen in het eerste jaar achterstand op, omdat ze de tijd niet goed indelen of niet precies weten hoe ze de literatuur moeten bestuderen. Neem je manier van studeren eens stap voor stap onder de loep:


Je studiegewoonten

Lezen, studeren: dat doen we al vanaf het moment dat de eerste woordjes gezegd zijn. In het leren en studeren ontstaan in de loop der jaren (lagere school, middelbare school) allerlei gewoonten. Studiegewoonten zijn lang niet altijd effectief. Soms blijven studenten vasthouden aan een inefficiënte wijze van studeren, zonder daarmee tot goede resultaten te komen. Echter, gewoonte gedrag blijft vaak in stand vanuit het principe "liever iets bekends dan iets onbekends".
Enkele voorbeelden van, voor veel studenten herkenbare studiegewoonten zijn:
  • Te laat beginnen aan de voorbereiding van tentamen
  • Inefficiënte tijdindeling
  • Te gedetailleerd en langzaam studeren
  • Te oppervlakkig en globaal studeren
  • Passief boven de boeken hangen
  • Altijd alles op dezelfde wijze bestuderen
  • Veel afgeleid zijn ofwel concentratiemoeilijkheden
  • Niet gemotiveerd studeren
De eerste twee gewoonten hebben vooral betrekking op tijdindeling en studieplanning, de anderen gaan meer over de wijze van studeren, terwijl de laatste twee alles te maken hebben met geconcentreerd studeren en studiemotivatie.

Je tijdindeling en studieplanning

Wanneer je een baan hebt van 9 tot 5 uur, zal het niet veel moeite kosten op tijd op je werk aanwezig te zijn. Er zullen in deze werktijd uren zijn, waarin je erg produktief bent en uren die omvliegen zonder dat er iets gedaan wordt.

Als student ben je vrij in de besteding van je tijd. Er wordt van je verwacht dat je ongeveer 40 uur per week aan de studie besteedt, maar afgezien van de verplichte werkgroepen, wordt aan jou overgelaten, wanneer je werkt. Je bent je eigen baas.

Eigen baas zijn betekent steeds opnieuw beslissen wanneer je studeert en wanneer niet. Iedere student kent wel dagen waarin hij zich voorneemt hard te gaan studeren, maar waar ieder moment iets tussenkomt: boodschappen doen, de bel gaat, even opbellen, de planten verzorgen, e.d. Veel studenten hebben problemen met het indelen van de tijd en kunnen niet de discipline opbrengen om aan de studie te gaan. De tijd goed indelen ('structureren') is een kwestie van keuzes maken.

Sommige studenten vinden het onmogelijk om met een tijdsplanning te werken. Of men vindt het niet nodig. Maar helemaal zonder tijdsplanning werken brengt het gevaar met zich mee dat je te laat begint en geen goed overzicht hebt over beschikbare en benodigde tijd. Het gaat er niet om dat je dagen bezig bent met het maken van schema's, die je misschien nooit echt kunt uitvoeren. Het gaat erom dat je een realistische en overzichtelijke planning maakt.


Up

Je manier van studeren?

Sommige studenten zijn geneigd te gedetailleerd te studeren. Zij gaan ervan uit dat alles wat er in de tekst staat even belangrijk is, waardoor het gevaar ontstaat dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoofd- en bijzaken en het overzicht verloren raakt. Teveel onderstrepen en te uitgebreide uittreksels zijn meestal het gevolg. Te gedetailleerd studeren maakt het studeren bovendien vaak saai. Soms wordt ook geprobeerd de stof letterlijk te onthouden i.p.v. in samenhang met de verschillende onderdelen. Door deze wijze van studeren ontstaat geen overzicht van de stof, waardoor de kans groot is dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Oppervlakkig studeren is een passieve manier van werken, die niet tot optimale resultaten leidt. Wanneer je wat passief boven de boeken hangt, zal de concentratie niet optimaal zijn. Veel afgeleid zijn is dan het gevolg.

Studeren zonder regelmatig te controleren of de stof wordt beheerst, leidt vaak wel tot een grote hoeveelheid passieve kennis, maar niet tot "reproduceerbare" kennis.
Wij stuiten hier op het verschil in actieve en passieve kennis. Actieve kennis is actief aanwezig d.w.z. deze kennis kun je in essentie weergeven of in je eigen bewoordingen herformuleren en je bent in staat om de stof te overzien. Passieve kennis zul je bij weerzien wellicht herkennen, maar niet gemakkelijk reproduceren.

Er zijn ook studenten die altijd dezelfde studie-aanpak hebben. Wanneer je alle boeken, artikelen steeds op dezelfde wijze bestudeert zou je kunnen spreken van een rigide studieaanpak. Wanneer je afwisseling aanbrengt in de wijze van studeren, verhoog je je concentratie en wordt het studeren leuker. Met afwisseling bedoelen we: afwisselen van studiemethoden, dan eens heel intensief werken en dan eens globaal, voldoende pauzes inlassen e.d.


Up

Concentratiemoeilijkheden?

Nogal wat studenten zeggen last te hebben van concentratieproblemen: "Ik zit boven mijn boeken en merk dat ik niet meer opneem"; "Als ik mij vijf minuten kan concentreren is het veel". Concentratieproblemen staan bijna nooit op zichzelf. Ze vloeien voort uit factoren in de omgeving, in de studie zelf en de manier waarop de studie wordt aangepakt.

In je omgeving kunnen zich tal van zaken voordoen die je aandacht vragen: 'binnenvallende' medestudenten, de telefoon die rinkelt, de boodschappen die je nog moet doen en de planten die zo nodig water moeten hebben. Uiteraard heb je hier, als je wilt, controle over door bijv. eerst een aantal zaken af te handelen, bezigheden op een ander tijdstip te plannen, mensen beleefd doch dringend de deur te wijzen of zelf te verkassen naar een meer studievriendelijke omgeving (bibliotheek!).

Er kan ook sprake zijn van een gebrek aan interesse in de studiestof. De meeste studenten merken dat het concentratie- vermogen toeneemt wanneer de stof boeiend is; iedere studie kent echter onderdelen die onmogelijk interessant genoemd kunnen worden. Twee punten zijn daarbij van belang.

  1. Wanneer het merendeel der vakken geen interesse kunnen opwekken, moet je je serieus gaan afvragen of je wel de juiste studie hebt gekozen.
  2. Of de stof interessant is, vloeit niet alleen uit de stof zelf voort, maar heeft alles te maken met de manier waarop je de stof benadert. Hoe passiever de werkwijze, hoe afhankelijker je bent van bijv. het feit dat de stof al of niet boeiend is geschreven.
Soms kun je je gewoon niet langer concentreren omdat dat slechts een beperkte tijd achtereen mogelijk is. Hoe lang, dat is voor iedereen verschillend; gemiddeld ligt dit tussen één en twee uur, waarna een pauze nodig is. In het algemeen is het goed om regelmatig te pauzeren en absoluut fout om door te gaan tot je niet meer kunt; je hebt dan lange tijd nodig om weer aan de slag te komen, als dat dan nog lukt.

Hoe is je studiemotivatie?

Onvoldoende studiemotivatie kwam hierboven al enigszins aan de orde. Motivatie kan ontleend worden aan verschillende dingen zoals bijvoorbeeld de titel die je per sé wilt behalen, interesse in de stof en het idee met iets bezig te zijn waar je succes mee boekt: "nothing succeeds but succes" Wanneer problemen rond concentratie en motivatie je teveel in beslag gaan nemen en van de studie afhouden, kan het nuttig zijn met anderen over deze problemen te spreken. Vrienden, studiegenoten, familie kunnen je helpen en je kunt gebruik maken van studentenvoorzieningen, zoals de studieadviseur, studentenpsychologen.


Up

Studeer je actief?

Actief studeren is een erg breed begrip. Het heeft betrekking op de benadering van de studie. Een belangrijk kenmerk van die aktieve leerhouding is het stellen van vragen aan jezelf, aan anderen en aan de leerstof. Een dergelijke vragenstellende houding is niet alleen zeer bevorderlijk voor de kwaliteit van het leren, maar ook voor het plezier dat je erin hebt.
Je kunt actief studeren door:
  • initiatieven te nemen:
    In het voortgezet onderwijs wordt vrijwel alles van bovenaf geregeld. Op de universiteit wordt echter van de studenten verwacht dat ze zelf initiatieven ontwikkelen. Studenten moeten zelfstandig een beeld zien te krijgen van wat ze te doen staat.

    Hiervoor is het nemen van initiatief een eerste voorwaarde. Je moet bv. per vak/onderdeel erachter zien te komen wat belangrijk of onbelangrijk is. Ook moet je informeren naar het niveau waarop je dat vak dient te kennen, en naar de normen die gelden bij toetsing van dat vak. Soms is het wenselijk om medestudenten te raadplegen over hun kijk op een bepaald probleem in de stof, waar jezelf geen oplossing voor weet. Soms ook moet je bij hen aankloppen voor het lenen van diktaten, aantekeningen of uittreksels. Het kan wenselijk zijn dat je een studiegroepje opricht om bv. gezamenlijk de tentamens voor te bereiden, elkaar te overhoren e.d. Soms zul je docenten moeten benaderen om meer uitleg of om informatie over de tentameneisen. In het algemeen is het verstandig initiatieven te nemen, wanneer je studievertraging dreigt op te lopen.

    De grootste hindernis bij dit alles is vaak een soort verlegenheid, bv. omdat het ontplooien van initiatieven op de genoemde gebieden zou kunnen overkomen als 'overdreven studieijver', teken van zwakte, enz. Je eerste initiatief zou eigenlijk moeten zijn met dat soort gedachten af te rekenen.

    Het gaat erom alle mogelijke informatie- en hulpbronnen aan te boren en alles te doen om het onderwijsgebeuren naar je hand te zetten en aantrekkelijk te maken.

  • vragen te bedenken over de studiestof:
    Om je de studiestof eigen te maken is het belangrijk om jezelf vragen te stellen over de stof.
    Vragen kun je stellen vanuit spontane interesse in het onderwerp dat aan de orde is. Dat soort nieuwsgierigheid is erg waardevol. Het is de motor achter ieder natuurlijk leerproces. Kijk bv. naar kinderen van een jaar of vier, die honderduit kunnen vragen. Als je die nieuwsgierigheid voor een bepaald vak of onderwerp niet automatisch hebt, zul je jezelf op een andere manier moeten dwingen tot het bedenken van vragen. Zo raak je heel direct bij een onderwerp betrokken en van daaruit kun je een beter begrip van dat onderwerp ontwikkelen. In sommige gevallen zal dan blijken dat je daardoor bij jezelf toch belangstelling voor een 'oninteressant' vak kunt opwekken. Dit maakt leren aangenamer en gemakkelijker.
    Die vorm van vragenderwijs informatie-verwerken zou eigenlijk ook voor het studeren moeten gelden.
    Voorbeelden van vragen die je kunt stellen over je studiestof:
    • wat wil de schrijver mij duidelijk maken?
    • wat betekent dit?
    • wat is hier het belangrijkste?
    • wat weet ik hier al van?
    • Wat wil ik weten?
    • waar vind ik wat ik wil weten?
    Al studerend in je boek,diktaat of syllabus kun je 'kritische kanttekeningen' maken bij wat je tegenkomt. Je noteert die als vragen bij de betreffende hoofdstukken, alinea's of passages.

    Het is ook belangrijk om vragen te stellen als een middel om jezelf op een tentamen voor te bereiden.
    Vraag jezelf bij het bestuderen van de tentamenstof zo veel mogelijk af wat je al weet, wat je nog wilt weten of wat je nog niet goed genoeg weet. Als je de antwoorden niet kunt vinden, leg ze dan voor aan anderen (medestudenten, docenten).
    In het algemeen is het een zeer efficiënte methode je samen met andere studenten op een tentamen voor te bereiden, waarbij je elkaar vragen stelt. Nog efficiënter wordt het als je bij de tentamenvoorbereiding ook de beschikking hebt over de vragen die bij vorige tentamens over dezelfde stof gesteld zijn. Zijn deze niet beschikbaar, dan zou je de betreffende docent kunnen vragen om een proeftentamen te geven, om zo inzicht te krijgen in het soort vragen dat je kunt verwachten en het niveau/de wijze waarop je de stof moet kennen.


Up


Startpunt studievaardigheden