homepage Universiteit Leiden Studieondersteuning

Studentenpsychologen

Algemene Studievaardigheden
Oriënteren: Leer hoofd- en bijzaken onderscheiden

Wat is oriënteren?

Studeren is geen eenduidige bezigheid, er moeten een groot aantal verschillende activiteiten worden verricht (lezen, herhalen, uittreksels maken). Voor al die activiteiten geldt dat het handig is te weten waar je aan begint.

Veel studenten beginnen gewoon op de eerste bladzijde van een studieboek zonder eerst het boek als geheel te bekijken. Tijdens het lezen, of pas achteraf, wordt dan het eerste overzicht van de tekst gevonden. Een belangrijk voordeel van oriënteren op de studiestof is dat je een overzicht krijgt van de opbouw van bijvoorbeeld een hoofdstuk, nog voordat je de stof hebt bestudeerd. Om de stof goed te begrijpen is een dergelijk overzicht essentieel. Het oriënteren helpt je vooraf te ontdekken hoe een tekst, boek of klapper in elkaar zit en wat de hoofdzaken zijn. Je voorkomt daarmee dat je je aandacht teveel op details richt zonder een idee te hebben van de grote lijnen. Je kan dan ook ontdekken wat je eigenlijk al weet van het onderwerp dat behandeld wordt.

Waarom is oriënteren belangrijk?

  1. Ten eerste kun je door het oriënteren op de studiestof een overzicht krijgen van de opbouw van bijv. een hoofdstuk, nog voordat je de stof hebt bestudeerd. Om de stof goed te begrijpen is een dergelijk overzicht essentieel. Het oriënteren helpt je te ontdekken hoe een tekst in elkaar zit en wat de hoofdzaken zijn. Je voorkomt dat je je aandacht teveel op details richt zonder een idee te hebben van de grote lijnen. En je komt te weten wat er in een tekst niet behandeld wordt. Door oriëntatie kun je ontdekken wat je eigenlijk al weet van het onderwerp dat behandeld wordt. Door middel van associaties kunnen bepaalde termen in de tekst je voorkennis van het onderwerp naar voren halen. Wanneer je al iets weet, kun je de nieuwe informatie in verband brengen met al aanwezige kennis, zodat de stof gemakkelijk lijk in het geheugen kan worden opgeslagen.

  2. Het oriënteren geeft je ook een indicatie van de tijd die je nodig hebt om de tekst te bestuderen. Het aantal bladzijden tellen is vaak niet voldoende; je moet weten of de tekst compact geschreven is, of het gemakkelijk te leren is.

  3. Je kunt je daarnaast ook op het tentamen oriënteren. Het is daarbij belangrijk dat je weet met welk doel je een bepaalde taak uitvoert. Moet je de klapper uit je hoofd kennen of moet je er alleen globaal kennis van nemen? Wat voor soort vragen kan je op het tentamen verwachten? enz. Door antwoorden op deze vragen te zoeken voordat je begint te studeren, ben je doelgericht bezig.

Hoe oriënteer je je op studiestof?

Er zijn veel verschillende manieren om je te oriënteren, die je ongemerkt al lang toepast. Als je in een boekhandel staat en je bladert wat boeken door, doe je intuïtief wat je ook bij studiestof zou kunnen doen.


Up


Oefening

Om je te oefenen in het oriënteren geven we hieronder een opdracht. Deze opdracht bestaat uit het vooraf beantwoorden van een reeks vragen over de te bestuderen studiestof. Het is niet de bedoeling dat je deze reeks vragen bij alle boeken geheel afwerkt. We vragen je deze lijst éénmaal geheel door te werken, waarna je zelf een keuze kunt maken en de voor jou relevante vragen kunt blijven gebruiken als oriëntatie op ander studiemateriaal.

Door onderstaande vragen te beantwoorden, verzamel je informatie over de opbouw en inhoud van het boek (of een hoofdstuk).

Oriëntatievragen voor het bestuderen van een boek:

  • wat is de titel en wat zegt deze titel mij?
  • wat is de ondertitel?
  • wie is de schrijver?
  • kan ik de schrijver plaatsen?
  • waar is het boek uitgegeven en door wie?
  • wat is het jaar van uitgifte?
  • wat staat er op de flaptekst?
  • is er een voorwoord en een verantwoording?
  • voor wie is het boek bedoeld?
  • wat staat er in de inhoudsopgave?
  • hoe is het boek opgebouwd?
  • waar gaat het boek in hoofdzaak over?
  • welke onderwerpen worden behandeld? In welke volgorde?
  • is er een reden voor deze volgorde?
  • wat is mijn voorkennis over deze onderwerpen?
  • wat wordt niet behandeld in het boek?
  • is er een inleidend hoofdstuk?
  • Is er een samenvatting?
  • bevatten de hoofdstukken een duidelijke indeling in paragrafen, inleiding en samenvatting?
  • hoeveel bladzijden bevat het boek?
  • wordt gebruik gemaakt van schema's, tabellen, grafieken en illustraties?

    Oriëntatievragen voor het bestuderen van een hoofdstuk

  • wat is de titel van het hoofdstuk? wat zegt deze titel mij?
  • welke plaats neemt het hoofdstuk in in het boek; wat komt ervoor en wat erna?
  • hoe lang is het hoofdstuk?
  • hoe is het hoofdstuk opgebouwd (paragrafen)?
  • wat zeggen de paragraaftitels mij?


Up


Studiestrategieën

Na de oriëntatie op een boek kun je jezelf de vraag stellen welke strategie je het best kunt kiezen om de studiestof door te nemen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet je een aantal verschillende strategieën kennen. We geven hieronder een aantal manieren waarop je studiestof door kunt nemen.

Zoekend doornemen
Bij het zoekend doornemen gaat het om het vinden van een antwoord op min of meer specifieke vragen. De stof wordt alleen daar intensief gelezen, waar een antwoord op de vraag verwacht wordt. De overige gedeelten kunnen worden overgeslagen. Deze manier van studeren wordt vooral gebruikt bij het maken van scripties, werkstukken, referaten, literatuuronderzoek e.d.
Globaal doornemen
Dat wil zeggen in een hoog tempo een beeld vormen van de grote lijnen uit de tekst, zonder de tekst in zijn geheel te lezen. De details, bijv. voorbeelden, worden overgeslagen. Deze manier van doornemen kan gebruikt worden bij het herhalen van de studiestof of wanneer men door tijdgebrek nog grote hoeveelheden moet doornemen. Voor studenten die de neiging hebben te gedetailleerd te studeren, kan het nuttig zijn de tekst een keer globaal door te nemen.
Hoe kun je stof globaal doornemen?
Door eerst de eerste alinea van het hoofdstuk door te lezen en te noteren welke begrippen in de alinea aan de orde komen. Vervolgens ga je na of de laatste alinea een samenvatting bevat en noteer je de begrippen uit deze samenvatting. Loop vervolgens de andere alinea's van de tekst door en daar waar iets gezegd wordt over een van de genoteerde begrippen, lees je de tekst.
Intensief doornemen
Bij het intensief doornemen worden niet alleen de hoofdzaken opgemerkt, maar moeten ook de details volledig begrepen worden. Intensief doornemen van de studiestof gaat langzaam, omdat een zo volledig mogelijk begrip van de stof moet worden verkregen.
Kritisch doornemen
Bij kritisch doornemen toets je de tekst (of bepaalde gedeelten uit de tekst) aan bijv. tevoren opgestelde criteria. Tijdens het lezen analyseer je de tekst en vergelijk je de opvattingen die je tegenkomt met je eigen opvattingen of die van anderen.

Up

Startpunt studievaardigheden