- Doe na een korte inleiding je mededeling, bijvoorbeeld 'Het spijt me, maar ik leen je dit boek niet uit'. Draai niet om deze boodschap heen en probeer deze niet te verhullen of te verzachten.
- Verwacht niet dat iemand dit zomaar accepteert, maar ga je besluit niet verdedigen. Spreek uit dat je kan begrijpen dat iemand bijvoorbeeld teleurgesteld is en herhaal je boodschap. Je zou iemand zelf kunnen helpen bij 'stoom af te blazen' dat wil zeggen onder woorden brengen wat die ander vindt en voelt, maar je blijft bij je punt. Bijvoorbeeld: 'Ik begrijp dat je vindt dat ik verschrikkelijk overdrijf, maar, het spijt me, ik leen je dit boek niet uit', 'Ik kan me voorstellen dat je teleurgesteld in mij bent, maar ...', of 'Je hebt er zo te zien behoorlijk de pest in, maar ...'. Door de oplopende spanning zijn mensen in deze fase vaak geneigd toch maar toe te geven.
- Pas na een emotioneel getinte fase zou je met iemand kunnen overleggen of er een andere oplossing is, wat meer kunnen vertellen waarom je nee zegt, enz.
- Soms kan een dergelijk openhartig gesprek op een constructieve manier afgerond worden. Voorbeelden hiervan zijn:
- Je bent het niet met elkaar eens, dat kan en dat mag. Maar nu is het ten minste duidelijk. Bij wijze van spreken: even goede vrienden, maar op dit punt verschillen de meningen.
- Omdat je daar nog nooit iets over had gezegd begrijpt je gesprekspartner nu pas waarom je iets weigerde. Mensen kunnen nu eenmaal niet gedachten lezen en je zult je standpunten moeten laten merken.
- Iemand ziet in dat het verzoek onredelijk is.
Soms nemen mensen een weigering hoog op en voelen dit als een persoonlijke afwijzing. Ook als dat niet je bedoeling is, kunnen sommigen toch een grote persoonlijke betekenis hechten aan een weigering. Daar is dan op dat moment niet veel aan te veranderen. Later kan je er misschien op terug komen en is er wellicht verder over te spreken.
overzicht gesprekken voeren
|