Je beschrijft een vervelend probleem dat veel voorkomt, namelijk minder
met mensen spreken dan je zou willen. Het is als volgt te analyseren
Ik zeg nooit wat, want
- ik weet niet wat ik moet zeggen
- ik ben bang dat ik over m’n woorden struikel, en de draad kwijt raak
- ik kan mensen niet boeien en ze zullen me maar saai vinden
Dit gedrags- en denkpatroon maakt het begrijpelijk dat je minder
zegt dan je wenst. Je redeneert immers dat spreken hoogstwaarschijnlijk
vervelende ervaringen oplevert. Maar zo doe je ook geen ervaring op in het
leggen van contacten en zo leren mensen je ook niet kennen. Hoe hier uit
te komen?
Drie punten zijn van belang, namelijk 1) informatie
verzamelen over sociale contacten, 2) gedrag en 3) denkpatronen (en
gevoelens).
- Onder het kopje Spreken, op
de website Studie-ondersteuning
, vind je allerlei informatie over spreken; zowel bijvoorbeeld het
spreken in werkgroepen als ook hoe een gesprek te beginnen. Vooral de
informatie over een gesprek
beginnen is bruikbaar voor je. Je zult daar ondermeer lezen dat het
allemaal niet zo precies gaat in gesprekken (mensen springen van de hak
op de tak, maken kromme zinnen, enz.). Het gaat dus niet om een
wetenschappelijke discussie volgens strikte regels. Observeer eens een
gesprek en je zult het waarnemen.
- Als je eenmaal weet hoe je een gesprek kunt aanknopen, dan zul je
dat in kleine stappen moeten oefenen. Begin in relatief eenvoudige
situaties en bouw ervaring op. Laat je inspireren door het lijstje oefensituaties
- Zolang je echter redeneert dat wat zeggen uitloopt in negatieve
ervaringen is het natuurlijk moeilijk om te oefenen. Onder het kopje Aanpak negatieve
denkpatronen zijn de voorbeelden met name gericht op denkpatronen
die te maken hebben met het houden van een referaat. Echter, deze
denkpatronen zijn ook toe te passen op allerlei andere gebieden, in jouw
geval het contact hebben met andere mensen en hoe je daarin verbaal
functioneert.
Een training die je zeer zou kunnen helpen is de
training
assertiviteit en sociale vaardigheden.
Lees ook eens Spreekangst.
Jouw probleem ligt op een wat ander gebied, maar mogelijk hebben ze toch
wel (deels) met elkaar te maken en herken je er dingen in.
Studiestress
Hallo,
In de brief over stress die in jullie
studentenvraagbaak stond, kon ik mezelf best wel vinden. Toch zou ik mijn
precieze probleem graag aan jullie voor willen leggen. Ik weet dat ik last
heb van veel te erge stress.
Ik heb nu al 4 weken continu hoofdpijn,
rugpijn en nekpijn en hierdoor krijg ik mijn werk dat ik moet verrichten
voor mijn studie nog minder goed af als dat ik zou willen. Ook heb ik
psychische klachten als lusteloosheid, prikkelbaarheid, somberheid etc. Ik
weet ook best wat de oorzaak is.
Allereerst ben ik dit jaar in Leiden
begonnen aan ....... en ben ik dus nog erg aan het wennen, wat stress met
zich meebrengt. Mijn oude vriendinnen mis ik best wel erg en ik ben zeg
maar te hard op zoek naar nieuwe sociale contacten. Dit is echt een soort
drang bij mij. Aan dit soort dingen valt weinig te veranderen, maar het
grootste probleem is dan ook dat ik mijn eisen veel te hoog stel. Vooral
voor mijzelf bij mijn studie maar ook in mijn sociale leven etc, maar ik
eis ook te veel van anderen wat vaak op een teleurstelling uitloopt. Voor
mezelf ben ik nog veel onverbiddelijker.
Ik ben erg perfectionistisch.
Ik zou het liefste heel veel dingen extra naast mijn studie willen doen,
maar ik weet zelf dondersgoed dat dat allemaal iets te veel zou zijn voor
mij. Natuurlijk zorg ik wel voor ontspanning. Ik ga sporten, kijk tv,
spreek af met vriendinnen, maar overal is die drang. Dat het dus MOET.
Tijdens mijn examens heb ik hier ook al last van ondervonden, maar nu is
het allemaal nog erger. En het stomme is dus dat ik het gewoon van mezelf
weet dat ik mijn eisen te hoog stel.
Ik probeer het dan ook te
veranderen. Maar dit lukt echt niet. Dit zit zo diep en al zoveel jaren in
me. Er is niemand in mijn omgeving die ooit veel van me geeist heeft. Ik
ben het gewoon echt zelf. Het lukt me dus niet om dit zelf te veranderen
en ik ben ondertussen zwaar uitgeput zodat er van goed studeren niet meer
veel komt. Ik vroeg me af of jullie tips voor me hebben om me van dit
geeis af te laten komen. Ik weet dat dit niet zomaar weg is, maar een
stukje de goede kant op zou al mooi meegenomen zijn. Alvast bedankt,
Wie na anderhalve maand studeren last heeft van langdurige hoofdpijn,
zich uit evenwicht voelt en zich beschrijft als 'zwaar uitgeput' staat
kennelijk voor een zware opgave en voelt zichzelf niet in staat deze aan
te kunnen. In een eerder antwoord op een vraag over stress wordt
overbelasting als oorzaak genoemd. Ook hier lijkt dat het geval te zijn.
Om tot een oplossing van dit stress-probleem te komen eerst wat
(aanvullende) theorie over het ontstaan van problemen.
Wie als
eerstejaars aan een studie begint komt een aantal moeilijkheden tegen In
grote trekken gaat het om twee vragen: hoe pak ik de studie aan? en
hoe pak ik mijn nieuwe leven aan? Het gebruik van het woord
'moeilijkheden' is niet pessimistisch bedoeld, maar het geeft aan dat je
met een aantal belangrijke kwesties te maken krijgt die niet altijd even
gemakkelijk zijn aan te pakken.
De wijze waarop jij deze moeilijkheden
aanpakt bepaalt of er een oplossing komt of dat er echt een probleem
ontstaat. Als je bijvoorbeeld de studie precies aanpakt als op de
middelbare school dan kunnen er problemen ontstaan, want je zal van
'leren' over moeten schakelen naar 'universitair studeren'. Wie
daarentegen beseft dat een nieuwe manier nodig is, zal dat in het begin
wel moeilijk vinden, maar deze aanpak kan tot succes leiden. De nieuwe
studiesituatie is dan een uitdaging. Op de website Studieondersteuning is hier
veel over te vinden.
Een roemruchte moeilijkheid van eerstejaars studenten is het vinden van
een goed evenwicht tussen tijd voor studeren en vrije tijd. Voor veel
studenten is dat een lastige kwestie en wie kiest voor de aanpak 'het komt
vanzelf wel goed' en vergeet dat jij genoeg tijd moet reserveren voor de
studie, staat vaak na het eerste kwartaal raar te kijken. Wie daarentegen
beseft dat de nieuwe studiesituatie veel mogelijkheden biedt, maar dat
goede time management absoluut noodzakelijk is, kan een productieve en
plezierige tijd hebben. Met de studievragenlijst Smart
is een overzicht te krijgen van jouw sterke en zwakke punten in de aanpak
van de studie.
Als je aanpak gekenmerkt wordt door MOETEN (ik moet behalve studeren
ook nog vele andere dingen doen, ik moet presteren, ik moet sociale
contacten maken, enz.), dan groeien de gewone moeilijkheden uit tot
problemen. Als je dit beseft en vervolgens vindt dat dit onmogelijk eisen
stellen aan jezelf meteen afgelopen MOET zijn, dan wordt het probleem nog
groter. Het lukt niet en je raakt alleen maar teleurgesteld in jezelf en
dat zou je zelfs kunnen aanzetten om nog meer te moeten.
Hoe nu dit MOETEN aan te pakken en een begin te maken met het oplossen
van de problemen?
- Breng wat geduld op voor jezelf, want voor verandering is tijd nodig
en een betere aanpak ontwikkelen lukt alleen maar stapje voor stapje. Je
weet al veel over de 'oorzaak' en gebruik dat inzicht voor verandering.
- Zoek steun bij anderen en praat over wat je dwars zit. Probeer het
contact met oude vriendinnen te handhaven en bouw nieuwe persoonlijke
contacten op. Studenten praten onderling veel over zichzelf , maar het
zou kunnen dat je bang bent dat je een ander lastig valt. In dat geval
kun je dat maar beter vragen dan je te baseren op een negatieve
vooronderstelling.
- Maak een plan-van-aanpak met haalbare plannen wat betreft studie en
andere activiteiten. Stel targets op die niet perfect zijn, maar goed
genoeg zijn. Vergeet niet dat een mens soms gewoon moe is en moet
uitrusten. Maak een plan, voer het uit en leer wat je aankunt.
- Pak de stress aan door kritisch nadenken (zie de uitleg en
voorbeelden Stress?).
Geef extra aandacht aan de vragen
- Ben ik echt 'onverandelijk'? ,
- Tel ik alleen mee als ik presteer?
- Werkt het als ik eisen stel aan mijzelf en aan anderen?
- Zoek formuleringen die je helpen. Vervang 'moeten en eisen' eens
door 'wensen en graag willen'.
- Probeer wat te begrijpen van de persoonlijke achtergrond. Stel je
eens voor dat je minder moet en eist. Wat gebeurt er dan? Komt er
helemaal niets meer uit je vingers? Zakt de waardering van anderen voor
jou tot een absoluut dieptepunt? Vrees je voor andere narigheden?
- Kijk nog eens naar de 'Tips voor
studiestress', volg zonodig een training
of bespreek de problemen verder met een Studentenpsycholoog.
Scriptie lukt niet
Ik ben 27 jaar en al heel wat jaar 'bezig'
met afstuderen. Ik ben altijd een zeer goede student geweest, maar die wel
op het laatste moment werkte.
Met mijn scriptie word ik overrompeld
door schuldgevoel, "omdat het zo lang duurt", "omdat ik mijn kansen op de
arbeidsmarkt verspeel", "omdat ik me een watje voel".
Hoe doorbreek ik
dat schuldgevoel, zodat ik tot praktisch studeren kom?
Wellicht is het een schrale troost, maar besef dat je niet de enige
bent die moeilijk de studie afrondt en het schrijven van een scriptie is
een berucht punt bij studenten. Zoals je maar al te zeer merkt:
schuldgevoel en zelfverwijt helpt niet, maar wat dan wel?
- Analyseer zo nuchter mogelijk het probleem, want dan komen er
langzaam maar zeker oplossingen in zicht.
Je schrijft
- 'Ik ben altijd een zeer goede student geweest' . Dat geeft
mogelijkheden tot een goede scriptie en later een plaats op de
arbeidsmarkt. Tegen de tijd van een solliciatiegesprek zal je een
aannemelijk verhaal moeten hebben over vertraging in de studie. Dat
zie je dan wel.
- 'maar die wel op het laatste moment werkte'. Dat geeft nu
moeilijkheden omdat je bij het schrijven van een scriptie in hoge mate
jezelf moet sturen. Daar is het volgende over te zeggen:
- Informatie verzamelen Op de website van Studieondersteuning
(https://www.studietips.leidenuniv.nl/) is veel te vinden over schrijven
; tijdgebruik
; 'langstudeerders'
en zie ook Scriptie in
de Studentenvraagbaak.
Het scheppen van goede productieve condities
is van het grootste belang, zeker als je van jezelf weet dat niet zo'n
sterke zelfstuurder bent.
- Begeleiding voor Leidse studenten Voor Leidse studenten zijn er
verschillende mogelijkheden
Tot slot In het begin schreef ik al dat je niet de
enige bent en daarom zijn er vele mogelijkheden ontwikkeld om het probleem
op te lossen. Neem er even de tijd voor om de beste manier uit te zoeken.
Zooitje
Ik zeg telkens tegen mezelf dat ik een planning moet
maken, maar uiteindelijk doe ik het niet, en wordt het een zooitje.
Nu
zit ik onwijs in de stress, omdat ik bijna tentamens heb; ik moet nou
opeens heel veel doen, terwijl ik in het begin van dit collegejaar juist
heel weinig heb gedaan. Ik werk nl. het beste onder druk, alleen nu is de
druk te hoog waardoor ik door de bomen het bos niet meer zie. Ik weet echt
wel wat ik moet doen; planning maken, goed je tijd verdelen, enz. Maar
toch lukt het me niet om het zo te doen.
Ik neem me altijd voor om
alles goed bij te houden. Dat doe ik dan vervolgens niet waardoor ik me 's
avonds en in het weekend onwijs "stom" voel, waardoor ik dan pas ga
studeren. Het gevolg is dat ik dan haast nooit ergens naar toe ga, en niet
vaak m'n vrienden zie en ik 's avonds laat opeens ga studeren waardoor ik
veel te weinig slaap. Eigenlijk ben ik constant met m'n studie
bezig....."ik moet nu beginnen.... (en dat vervolgens niet doen)"...."ik
moet nog zoveel doen, ik kan niet weg".
Ik raak ook volkomen in
paniek, wat nog meer achterstand oplevert. Ik vind het ook moeilijk om een
goede planning te maken; ik maak altijd een vrij strakke planning maar
eigenlijk weet ik dat ik die toch niet waar kan maken omdat ik niet streng
genoeg ben voor mezelf. Ik heb ook nooit een idee hoeveel tijd ik nodig
heb voor een bepaald vak; want het aantal uren per studiepunten kloppen
toch niet altijd.
Ik ben dit college jaar al rommelig begonnen, hoe
kan ik dat nou inhalen? Volgens mij heb ik de rest van m'n
studentenperiode te maken met een achterstand, want ik zou niet weten hoe
ik alles in kan halen.
Ik ben trouwens 1e jaars....ik ben nooit blijven
zitten op de middelbare school, maar ik weet wel dat ik ook verkeert
studeer; ik stap altijd alles in m'n hoofd, terwijl ik weet dat begrijpen
en nadenken over een vak veel belangrijker en beter is...,maar volgens mij
kan dat alleen als ik eerder begin, omdat ik daar nu echt geent tijd meer
voor heb.
Ik weet dus eigenlijk wel wat ik moet doen, maar het lukt
gewoon niet>>ik weet me er geen raad mee.
Zooitje: een studieimpasse die onoplosbaar lijkt
Het lijkt er op
dat je in een studie impasse zit, die met name onder eerstejaars studenten
vaak voorkomt en die goed is aan te pakken. De middelbare school leek
vanzelf te gaan, maar de universiteit lukt dan ineens niet. Waarschijnlijk
ben je op de oude vertrouwde manier doorgegaan en dan ontstaan vaak
problemen. Dat is wel te begrijpen, want in vergelijking met de middelbare
school gaat het bij de universiteit om veel studiestof, die moeilijker is
(bijvoorbeeld belangrijke verschil hoofd- en bijzaken) en zul je jezelf
wat betreft de tijd meer moeten sturen. (Meer informatie verschillen
vooropleiding en universiteit)
Als het dan niet lijkt te lukken,
dan ontstaat er gemakkelijk een 'ruzie-achtig gesprek in jezelf' met aan
de ene kant "Ik moet een planning maken, ik moet streng tegen mezelf zijn"
en aan de andere kant "Het lukt me niet, ik maak er een zootje van". De
conclusie is dan dat je 'stom' bent en dat je het niet verdient om
gezellig met vrienden omgaan. (meer informatie over gesprekken
in jezelf) En als je dan merkt dat je een achterstand hebt opgelopen,
dan kan de 'paniek' toeslaan en ga je weinig effectief studeren, maak je
onhaalbare plannen.
Wat nu gedaan?
- Zelfverwijt helpt niet! Erkenning van het probleem en het besef dat
je niet de enige bent wel. Als je de teksten op de website leest, dan
zal je misschien verbaasd staan, want er staan opmerkingen van studenten
die bijna identiek zijn aan de dingen die jij schrijft.
- Onderzoek hoe het probleem in elkaar zit. Kijk ook eens op de website van
Studie-ondersteuning vul de Checklist
tentamens en de studievragenlijst Smart
in om problemen zo duidelijk mogelijk te beschrijven.
- Zie de achterstand onder ogen en raadpleeg zonodig een mentor /
tutor of studieadviseur om een plan voor de rest van het jaar op te
stellen. Misschien is er nog veel in te halen, maar zal je ook moeten
accepteren dat je dit jaar niet voor 100% haalt. Een studieprogramma is
namelijk zodanig opgebouwd dat je in principe een volle werkweek hebt.
Daar nog eens iets extra's bij doen kan te zwaar zijn. Wel kun je
proberen de achterstand niet groter te laten worden.
- Maak daarbij onderscheid tussen korte en lange termijn. Op de
korte termijn is het nodig jezelf af te vragen of het realistisch
is dat je de komende tentamens nog zodanig kunt voorbereiden dat je
slaagt voor deze tentamens. Is dit niet het geval, dan kun je nu beter
besluiten deze niet te doen. Een ander besluit kan zijn 1 tentamen te
doen en andere voor deze tentamenperiode te laten schieten.
- Stel dus een uitvoerbaar plan op waarbij je een scherp onderscheid
maakt tussen studeren en vrije tijd. Genoeg tijd voor de studie EN
genoeg tijd voor andere activiteiten is nodig.
- Verbeter je wijze van studeren. Studeer actief, maak onderscheid
tussen hoofd- en bijzaken, enz. Ga na of je de studiestof goed genoeg
kent in verband met het komen tentamen. Maak oude tentamens, stel jezelf
vragen en bespreek de stof met medestudenten. Zo bouw je vertrouwen op
in jezelf op ( meer
informatie en tips
studieproblemen)
- Volg zonodig een training (cursus
programma ), of raadpleeg een
studentenpsycholoog
Hierboven staan nogal wat tips en verwijzing naar nog
meer adviezen en je zou jezelf hier overdonderd door kunnen voelen. Maar
gun jezelf de tijd om een tot een betere aanpak van je studie te komen.
Leer van je fouten en probeer enige tevredenheid te voelen voor wat je tot
nu toe hebt geleerd en bereikt.
Motivatie en vrij doctoraal
De motivatie om te studeren ontbreekt mij nu al zo'n 2 jaar. Toch ga
ik door; het wordt steeds moeilijker om toch punten te halen. Nu heb ik
gehoord van een vrij doctoraal rechten. Hoe kom ik hier meer over te
weten?
Als al twee jaar de motivatie ontbreekt om te studeren, dan kan de
keuze voor een vrij doctoraal slechts beperkt bijdragen tot de oplossing
van dit probleem. Naast het ontwerpen van een goedgekeurd programma is het
nodig een werkplan op te zetten dat helpt het programma ook uit te voeren.
Daarom is het in de eerste plaats nodig om het vage begrip 'motivatie'
concreet en hanteerbaar te maken.
Productief en met voldoening
studeren is te bevorderen door rekening te houden met drie
samenhangende condities.
1. Duidelijke en concrete doelstelling
De eerste conditie is dat er sprake moet zijn van een activiteit
die een duidelijk en haalbaar doel heeft, want als er geen doel is, dan
weet je niet of je op de goede weg bent en blijft het onduidelijk of je
deze taak aankunt. Voor studieactiviteiten houdt dat in dat er concrete en
haalbare subdoelen geformuleerd moeten worden. 'Ik ga vandaag studeren' is
niet concreet genoeg, maar 'Vanmorgen ga ik dit hoofdstuk grondig
bestuderen en de opgaven maken' komt beter in de buurt.
2.
Onmiddellijke feedback
De tweede conditie is dat er een herkenbaar
resultaat moet zijn van de bezigheid en dat resultaat moet na niet al te
lange tijd merkbaar zijn. Het gaat om kleine stapjes waarvan je weet dat
ze je dichter bij je doel brengen. Ook wanneer het tentamen ver weg is,
merk je altijd of er vooruitgang is. Je schiet een aantal pagina's op, een
theorie begrijp je beter, of de vraag van een oud tentamen kun je
beantwoorden. Dit geeft een gevoel van voldoening waardoor je bezig
blijft.
3. Studeren op een niveau dat je (net) aankunt
De
derde conditie is dat iemand al zijn aandacht voor de taak nodig heeft en
daarbij niet bang is voor mislukking. Taken die te gemakkelijk zijn leiden
tot verveling ('onderbelasting') , maar taken die iemand niet aan kan
leiden tot vrees voor mislukking ('overbelasting'). Het gaat er dus om een
evenwicht vinden tussen vaardigheden en capaciteiten enerzijds en de
uitdaging van de taak anderzijds.
Samenstelling en goedkeuring van
een vrij doctoraal programma
Het samenstellen en goedgekeurd
krijgen van een vrij doctoraalprogramma is een moeilijke zaak. Studenten
die daar in slagen worden vaak gedreven door een concreet idee hoe hun
ideale opleiding eruit zou moeten zien en hun drijfveer daarbij is bijna
altijd een duidelijk toekomstperspectief. Wie eigen studieprogramma
samenstelt zal er voor moeten zorgen dat het van voldoende niveau is.
Daarbij moet er een duidelijke samenhang zijn tussen de verschillende
onderdelen en zal het naar een concreet doel moeten leiden dat op geen
andere wijze is te realiseren. Vervolgens moet een student een opleiding
bereid vinden het vrij doctoraal te "adopteren". Je moet je daarbij wel
realiseren dat een opleiding altijd heel kritisch naar een dergelijk
programma kijkt. Men vraagt zich af of een dergelijk programma een
vergelijkbare kwaliteit heeft als een programma dat door de jaren is
gegroeid en regelmatig is geëvalueerd.
Via het faculteitsbureau is het
vast wel mogelijk voorbeelden te krijgen van dergelijke programma's of
eind scripties waartoe het vrije doctoraal heeft geleid. Vraag verder
advies bij de studieadviseur of de studentendecanen.
Conclusie
Het ontwikkelen van een vrij doctoraal programma
zou kunnen bijdragen tot de oplossing van het probleem: 'Geen motivatie en
toch willen afstuderen'. Je zult dan niet alleen een goedgekeurd programma
moeten opstellen, maar je zult ook condities moeten scheppen waardoor je
aan de gang blijft. Realiseer je daarbij dat je jezelf juist bij een vrij
doctoraal programma in hoge mate zelf zult moeten sturen!
Informatie over
plannen en studeren
en werkplan
opstellen
uitstelproblemen
en uitstel-smoezen
Vaag artikel!
Waarom is het artikel, waarop mijn scriptie (exacte richting) op is
gebaseerd, zo gigantisch vaag? Er zit geen kop noch staart aan en nergens
wordt expliciet iets uitgerekend; de motivering van wat ze doen en de
conclusie van wat ze deden blijft me onbekend.
Praten met mijn
begeleider heeft ook nauwelijks zin want die is net zo chaotisch en
'vrij-blijvend'. Als 'de' wetenschapper zo slim is waarom is ie dan niet
in staat om een helder artikel te schrijven? Ik heb sinds ik afstudeer
nauwelijks iets bijgeleerd, mijn motivatie daalt snel.
Mijn vraag is
of ik dit moet 'nemen'; mag mijn scriptie dan net zo vaag zijn?! Dat is
geen wetenschap! Help, ik wil mijn studie LEUK vinden! Wat moet ik doen!?
Eerst een paar opmerkingen:
- Ook slimme wetenschappers zijn niet
automatisch goede schrijvers. Vandaar dat er speciale cursussen bestaan
voor wetenschappelijk schrijven.
- Het verschil tussen vaag en
diepzinnig is niet altijd even gemakkelijk te maken. Het zou kunnen dat je
terecht constateert dat dit een vaag verhaal is, dat bijvoorbeeld alleen
maar gepubliceerd is omdat de auteur een belangrijke positie inneemt in
deze tak van wetenschap. Maar het is niet uit te sluiten dat jij dit
artikel onderschat en dan is het jammer dat je geen zinvol gesprek met je
begeleider over dit artikel kan voeren.
- Omgaan met een begeleider is
soms voor studenten een kunst apart. Een student coachen om een goede
scriptie / afstudeeropdracht te schrijven is een specifieke vaardigheid
die sommige docenten goed en anderen slechts hoogst matig beheersen.
Advies:
- Een scriptie of het proces dat er aan
voorafgaat, zal aan bepaalde eisen moeten voldoen en met je docent nu over
deze regels in discussie gaan is niet zinvol. Misschien heeft jouw docent
de opvatting dat een “echte wetenschapper” ook uit vage teksten iets moois
kan distilleren en dat een student tegen de tijd dat hij/zij afstudeert
deze worsteling zelfstandig aangaat. Realiseer je dat een 'autoriteit'
zich meer kan veroorloven dan een student die een scriptie schrijft. Dat
is niet rechtvaardig, maar dat is nu eenmaal een gegeven.
- Het
schrijven van een scriptie is een hele klus, maar als het goed loopt geeft
dit schrijven toch wel voldoening ('leuk'). In de Studentenvraagbaak is
informatie te vinden over aanpak uitstellen van schrijven en moeizame
samenwerking en bij Studie-ondersteuning zijn
adviezen te raadplegen over schrijven en de problemen die zich daar bij
voordoen.
- Voldoening bij een activiteit hangt samen met:
1.
Stellen van duidelijke doelen. Om te beginnen dit artikel zo helder
mogelijk maken (Contact opnemen met de auteurs?) en er mee verder gaan, of
andere literatuur (Is het gewraakte artikel het enige op dit terrein? Is
het het eerste en laatste dat over dit onderwerp verschenen is of zijn er
daarvoor en daarna nog andere artikelen over verschenen? Is er in de
vakliteratuur op gereageerd?) of zelfs een andere deskundige erbij zoeken
(Is de begeleider de enige in Nederland die verstand heeft van dit
onderwerp? Kun je een eventuele andere deskundige consulteren?) We
beschikken over te weinig gegevens om daar een uitspraak over te doen.
2. Waarneembaar resultaat van de inspanning. Spreken over het
onderwerp van de scriptie is een goede manier om te merken of je overweg
kunt met het onderwerp. In de eerste plaats zou dat de scriptiebegeleider
kunnen zijn, maar daar heb je je twijfels over. Als je zou kunnen aangeven
wat er precies vaag is en wat je in concreto mist dan is er misschien toch
een zinvol gesprek te voeren. In de tweede plaats zijn medestudenten
uitstekende gesprekspartners. En trouwens als je aan een geïnteresseerde
'leek' iets kunt uitleggen, dan moet je zeer goed thuis zijn in dit
gebied.
3. Activiteit op een niveau dat je net aankunt, want is het
niveau te laag dan wordt het saai, maar is het niveau te hoog dan komt de
angst voor mislukken om de hoek kijken. Dat houdt in dat je kritisch
nadenkt over wat je wel en wat je niet begrijpt van het te bestuderen
materiaal. Met een docent zou je dat moeten kunnen bespreken en een docent
zou je moeten kunnen stimuleren.
Spreekangst
Ik ben een rechtenstudent die een ver uit de hand gelopen angst voor
het spreken in het openbaar heeft. Die angst heb ik nu ongeveer twee jaar
en aangezien ik binnenkort aan het werk moet ontkom ik waarschijnlijk niet
aan het feit dat ik dit moet kunnen. Een cursus volgen is voor mij zelfs
op dit moment nog uit den boze, de angst is doodgewoon te groot. Graag zou
ik wat tips hebben, of wat literatuur willen vinden die er mij vanaf
kunnen helpen.
Het feit dat ik de mail naar u stuur is omdat u een
voor mij onbekend persoon bent met hopelijk kennis van zaken.
Spreken in het openbaar is voor de meeste mensen een uitermate
spannende zaak. Uit een Amerikaanse enquête over angsten blijkt dan ook
dat spreken in het openbaar na de angst voor de dood en angst voor slangen
als de op twee na sterkste angst wordt beschouwd. Soms is deze angst zo
sterk dat iemand hier door in zijn (studie)loopbaan ernstig wordt
gehinderd.
Met de Vragenlijst Spreken in
Groepen kan je bepalen hoe sterk jouw spreekangst is in vergelijking
met medestudenten. Je kunt jezelf vergelijken met een 'doorsnee' groep en
met een groep studenten aan het begin van een training 'Spreken in
groepen'.
Spreekangst is te omschrijven als anticipatie angst, dat wil
zeggen dat iemand voorspelt dat er een afschuwelijke gebeurtenis plaats
zal vinden. Deze situatie vermijden lijkt dan ook de beste oplossing te
zijn. Voorbeelden van zulke voorspellingen zijn: het zal wel mislukken, ik
kan het niet, ik krijg een rood hoofd en sta volkomen voor joker, het
publiek zal vijandig reageren, enz.
Uit onderzoek aan de Universiteit
Leiden blijkt dat studenten die problemen hebben met spreken in groepen
(vragen stellen, deelname discussie, houden referaat) niet alleen angstig
zijn in deze situaties, maar ook geen vertrouwen hebben in zichzelf als
spreker en spreeksituaties vermijden. MAAR door situaties te vermijden
blijft de spreekangst bestaan want iemand ervaart niet dat de situatie
weliswaar zeer spannend is, maar dat de voorspelde afschuwelijke
gebeurtenis niet optreedt. Tevens kunnen er geen vaardigheden en
vertrouwen worden opgebouwd.
Een betere aanpak in plaats van vermijden
is:
1. Leer omgaan met negatieve gedachten ('het is afschuwelijk'),
denkpatronen ('ik kan het niet, dan zak ik voor dit vak en haal ik m'n
studiepunten niet, enz.) en zonodig levensthema's ('altijd zit alles mij
tegen'). Raadpleeg de aanpak van negatieve
gedachten en denkpatronen op de website van Studie-ondersteuning.
Ondersteuning hiervan door een Studentenpsycholoog
is hierbij meestal wenselijk. Ook worden er geregeld trainingen
gegeven voor studenten met spreekangst waarbij de deelnemers (in een tempo
dat zij aankunnen!) leren met de spanningen om te gaan (zie Cursusoverzicht).
2. Leer vaardigheden in
spreeksituaties . Stel realistische en haalbare doelen op en leer deze
vaardigheden stap voor stap.
3. Oefen veel! Doe dat eerst in relatief
gemakkelijke situaties en oefen in steeds moeilijker situaties. Er zijn
ALTIJD relatief gemakkelijke oefensituaties te
bedenken. Je zult dan merken dat spreken in een groep uitermate spannend
kan zijn , maar dat de ramp die je voorspelt niet plaats zal vinden. Die
spanning hoort erbij (en is GEEN teken dat je op instorten staat) en kan
zelfs je verhaal levendig maken. Bouw op deze wijze vaardigheden en
vertrouwen in jezelf op.
Tentamen
Hoe kan ik tijdsverlenging voor anderstaligen voor tentamens
aanvragen?
Via de studieadviseur van je opleiding kun je regelen dat je extra tijd
krijgt voor het maken van je tentamen.
Scriptie
Ik stel het schrijven van een werkstuk steeds uit. Hoe dit aan te
pakken?
Je vraagt je af wat je kunt doen om weer op gang te komen met het
schrijven van een werkstuk. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom
studenten bepaalde karweitjes uit stellen. De meest voorkomende redenen,
soms ook in combinatie met elkaar voorkomend zijn;
1. De schrijver
weet niet wat hij/zij moet schrijven.
Bij werkstukken en scripties
ontstaat dit probleem vaak doordat de schrijver geen duidelijke
probleemstelling heeft geformuleerd. M.a.w. er is geen vraag die de
schrijver in het leeswerk eens lekker uit kan pluizen en waarop in het
werkstuk antwoord wordt gegeven. Bijgevolg weet de schrijver dus niet wat
hij/zij zal schrijven. We raden je aan eerst goed na te denken over een
probleemstelling voor je werkstuk, zet iets op papier, formuleer,
herformuleer en leg het voor aan een studiegenoot. Als je zelf tevreden
bent, maak je een planning voor de verdere werkzaamheden aan het werkstuk.
Daarna maak je een afspraak met de docent waarin je de probleemstelling en
de planning bespreekt. Zoek uit wat je verder van deze docent kunt
verwachten qua begeleiding.
2. De schrijver wil het in een keer goed
doen. Schrijvers die hier last van hebben, proberen vaak drie dingen
tegelijk te doen: Nadenken, schrijven en redigeren. Dit zij alle drie
lastige werkzaamheden die je beter gescheiden uit kunt voeren. Dus: eerst
lezen, nadenken en allerlei losse flodders en schema's op papier zetten.
Dan: hiervan een schema maken en dit uitwerken in een enigszins lopend
verhaal Tot slot: Deze tekst (bij voorkeur na een paar dagen pas)
redigeren.
3. De schrijver is bang voor kritiek van de docent. Dit is
het lastigste om aan te pakken, want kritiek is niet te vermijden. Een
goede docent zal altijd met suggesties komen hoe het nog beter had gekund.
Als je geen kritiek krijgt is er eigenlijk pas reden voor ongerustheid. De
beste aanpak lijkt ons dat je jezelf voorhoud dat je het vak aan het leren
bent en dat je het nog niet hoeft te kunnen. Bovendien: Ook mensen die
afgestudeerd/ gepromoveerd/ hoogleraar zijn en publiceren in
wetenschappelijke tijdschriften krijgen kritiek: van de redactie en van
collega's.
Probeer gesprekken met de docent zo zakelijk mogelijk te
voeren. Dwz.:
- Zet van te voren op papier waar jij het over wilt
hebben
- Maak aantekeningen van de opmerkingen van de docent
- Als
je niet begrijpt waar hij/zij het over heeft, zeg dat dan
- Maak
duidelijke afspraken wat je nu verder gaat doen en wanneer je weer iets
inlevert.
Als we er helemaal naast zaten met onze veronderstelling
over de oorzaken van je uitstellen zullen we het graag van je horen. Geef
dan wat informatie over wat je wel al aan het werkstuk hebt gedaan, zodat
we ons advies daarop kunnen afstemmen.
Raadpleeg ook informatie over
het schrijven van scripties
en werkstukken .
Hertentamens en black-outs
Binnenkort moet ik veel hertentamens doen en ik ben bang dat ik weer
een black out krijg en niets meer weet. Dat heb ik al een keer eerder
gehad. Wat kan ik doen?
Om te beginnen iets over je planning. Je schrijft namelijk dat je veel
hertentamens hebt.
Wij weten natuurlijk niet hoeveel dat er precies
zijn, maar meestal is het niet verstandig om (te) veel hertentamens te
doen. Waarschijnlijk heb je dan te weinig tijd om de tentamens goed voor
te bereiden. Je loopt dan het risico alles half te doen (met voorspelbare
resultaten), in plaats van een paar dingen echt goed voor te bereiden
zodat je kans van slagen maximaal wordt.
Laat je niet op stang jagen
door de gedachte dat je nu alle tentamens wel moet doen omdat je anders
een negatief advies krijgt/niet op tijd afstudeert/problemen krijgt met
tempo of prestatie norm etc. Het zou buitengewoon prettig zijn als je dit
soort eventuele problemen kon vermijden, maar de kans dat je slaagt, wordt
helaas door de vurige wens alleen niet hoger.
Dus: kies zoveel
tentamens uit als haalbaar is en bestudeer de stof zorgvuldig. Bespreek
eventueel met je studieadviseur welke tentamens dat kunnen zijn.
Verder schrijf je dat je bang bent dat je een black-out zult krijgen.
Je hebt dit al een keer eerder meegemaakt.
Wij vragen ons af hoe groot
de kans is dat de geschiedenis zich herhaalt. M.a.w. dat je wel eens een
black-out hebt gehad, wil niet zeggen dat je een verhoogd risico loopt op
een volgende black-out. Zogenaamde "black-outs" zijn meestal het resultaat
van angst in combinatie met de gedachte dat er geen mogelijkheid is om de
angstaanjagende situatie te vermijden.
Het is de moeite waard te
onderzoeken wat er zo bedreigend is aan een tentamen en wat je kunt doen
om niet meer zo te schrikken van een tentamen. Vaak is de aanleiding voor
een black-out dat iemand niet het antwoord op een vraag weet en vindt dat
hij het antwoord meteen en volledig MOET weten. Dat is een misvatting die
nadenken ernstig kan hinderen. Bij vele vragen zal je immers eerst tijd
moeten nemen om na te denken en betekent ‘niet weten’ alleen dat je het
antwoord NOG niet weet.
Kijk voor meer informatie over de aanpak van
black-outs bij Omgaan met
examenblokkades en voor een goede aanpak van tentamens bij het
overzicht Studie-ondersteuning.
Problemen met gezamenlijk schrijven van werkstuk
Een tijdje geleden heb ik samen met een medestudent een werkstuk
geschreven. Het werkstuk werd door de hoogleraar als onvoldoende
beoordeeld. We proberen sindsdien het stuk aan te passen aan zijn
kritische opmerkingen, maar we kunnen het maar niet eens worden. Als ik
opmerkingen heb over de tekst van mijn medestudent, legt ze die naast zich
neer. Als ik stukken redigeer of herschrijf, maakt ze veranderingen weer
ongedaan. Zij wil hier met mij over praten, maar ik heb er schoon genoeg
van. Heeft u een advies voor mij?
Je werkt samen met een andere student aan een scriptie maar jullie
verschillen van mening over de criteria waaraan een goede tekst moet
voldoen. De sfeer waarin de samenwerking verloopt, wordt hierdoor steeds
slechter. Je wilt niet nogmaals een slechte beoordeling van het werkstuk
krijgen en dus houd je stevig vast aan je eigen eisen aan het stuk, maar
je wilt vermijden dat je echt ruzie krijgt met je collega-student.
De
kans dat het contact binnenkort weer echt prettig is, is niet groot.
-
Er is een mogelijkheid om uit de impasse te raken: Het lijkt ons het beste
dat je samen met de medestudent een afspraak met de hoogleraar maakt en
het probleem aan hem/haar voorlegt. We mogen aannemen dat hij/zij boven de
partijen staat en in staat is als "bemiddelaar" bij de onderhandelingen op
te treden.
- Als dit niet lukt (medestudent wil dit niet of hoogleraar
werkt niet mee) of niet helpt (jullie kunnen het niet eens worden,
medestudent houdt zich niet aan afspraken), kun je aan de hoogleraar
voorstellen dat jullie ieder je eigen versie van de tekst inleveren. Je
kunt dat voorstel samen doen, dan is het waarschijnlijk voor beide
partijen een grote opluchting van elkaar verlost te zijn.
- Het kan
ook zijn dat je collega hier niets voor voelt. Risico's zijn dan niet te
vermijden. Je kunt tegen haar zin in doorzetten dat jullie ieder een eigen
versie inleveren. Zij zal verontwaardigd zijn. Risico: ze wordt kwaad. We
konden uit je vraag niet opmaken of de medestudent een "toevallige
collega", een "goede collega" of een vriendin van je is. Hoe zwaar weegt
het voor je deze contacten mogelijk te verliezen? Je kunt nog een keer het
werkstuk inleveren met een gezamenlijke tekst. Risico: weer een slechte
beoordeling.
Afleidende gedachten
Als ik aan het studeren ben, krijg ik last van afleidende gedachten.
Zoals van dingen thuis, vrienden etc. Ik krijg ze vaak niet meer zo
makkelijk uit mijn hoofd. Hoe krijg ik ze wel uit mijn hoofd?
Als je last hebt van afleidende gedachten dan kost het kennelijk moeite
om je aandacht bij het studeren te houden. Jezelf hiertoe dwingen ('Ik
moet studeren') werkt niet, want dit moeten kan weer afleiden zodat je
niet aan het studeren zelf toekomt. Wat wel helpt is condities te scheppen
die studeren met aandacht bevorderen en te leren om te gaan met afleidende
gedachten. Dat gaat niet meteen en kost enige tijd.
Condities die
studeren met aandacht bevorderen
Maak een stimulerende werkomgeving.
Studeer in een omgeving (bibliotheek, eigen kamer) die uitlokt dat je aan
het werk gaat en aan het werk blijft. Dat zal over het algemeen een
rustige omgeving zijn, maar ook weer niet zo stil dat je begint in te
suffen.
Ruim je bureau op en leg daar alleen studiespullen neer.
Muziek KAN aan goede achtergrond vormen, maar muziek waar je echt naar
gaat luisteren uiteraard niet.
Studeer actief, dat wil zeggen maak
onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, stel jezelf vragen (meer informatie
). Stel haalbare doelen op, bij voorbeeld 'In het komende uur ga ik 10
pagina's bestuderen en ik maak daarvan korte aantekeningen'.
Studeer
in een goed ritme van studeren (niet langer dan een uur) en kort pauzeren.
Ga niet door totdat je zeer moe bent omdat je dan al enige tijd de stof
niet goed meer in je opneemt. Bepaal op welke tijd van de dag je het meest
aandachtig kunt studeren. Meestal is dat niet na een maaltijd of s'avonds
zeer laat. Het kan ook voorkomen dat je onrustig steeds weer denkt aan
dingen die je moet of (graag) wilt doen. Soms is het verstandig om eerst
iets te regelen (een afspraak te maken, een brief te schrijven, een plan
op te stellen hoe je een probleem gaat oplossen) en daarna aan de studie
te gaan. Spreek dan hiervoor een tijd met jezelf af en stel eventueel de
wekker in. Maar pas op dit niet als een uitvlucht te gebruiken en
noodzakelijke taken met een quasi-reden / logisch klinkend excuus uit te
stellen. Plan bepaalde activiteiten en ga dan terug naar het werk.
Omgaan met afleidende gedachten
Gedachten die afleiden zijn soms
net jengelende kinderen die om aandacht vragen. Of anders gezegd, de
onderwerpen waar je aandenkt zijn kennelijk belangrijk voor je. Neem de
tijd om daar aandacht aan te geven, maar wel op het goede moment. Maak
daarvoor een duidelijke afspraak met jezelf (tijdens de lunchpauze schrijf
ik daar wat over op, of vanavond spreekt ik met iemand over dit
onderwerp). Je kunt jezelf min of meer sturen met de gedachte 'niet nu,
maar straks'. Doe dat op een vriendelijk manier, want dwingen helpt niet.
Schrijf de gedachten op een bloknoot op, zet er een streep onder, doe
de bloknoot dicht en schuif deze opzij. Straks geef je hier aandacht aan
en niet nu! Je neemt even de tijd voor deze gedachten en laat ze daarna
los. Ook op een andere manier kan je merken dat je met weinig aandacht
studeert (je schiet niet op of het dringt niet tot je door). Sturing van
jezelf is dan mogelijk met bij voorbeeld de gedachte 'Nog een half uur en
dan pauzeer ik. Let even op en maak dit stuk af'. Deze gedachte stuurt
omdat er sprake is van een studieritme (werken, pauzeren en weer werken),
vriendelijke zelfsturing ('let even op' en niet 'Ik MOET ...') en een
duidelijk (sub)doel ('dit stuk').
Raadpleeg ook 'Tien tips voor
studenten met concentratieproblemen' .
Werk na studie en onzekerheid
Ik ben .. jaar en heb ondanks dat ik best intelligent bent altijd
vrij simpele baantjes gehad, vanaf mijn 18e, die nooit goed liepen. In
mijn eerste baan (verkoopster in boekhandel) ben ik zelfs ontslagen,
waarom is mij nooit goed duidelijk geworden(ik denk vanwege mijn
persoonlijkheid). Later ben ik getrouwd en heb kinderen gekregen. Drie
jaar geleden heb ik nog een half jaar administratief werk gedaan maar ook
daar kon ik niet blijven (wist ik van tevoren maar ik had toch gehoopt
...). Nu ben ik dan eindelijk met m'n droomstudie begonnen en het gaat
goed (geniet er erg van, slaag overal voor).Het probleem is alleen dat, ik
ben nu op de helft) ik niet op academisch niveau durf te werken. Ik ben
doodsbang om te falen en ben er van overtuigd dat ik het niet aankan. Ook
lesgeven niet, de scholieren zullen me afmaken! Misschien zal ik weer een
administratief baantje opzoeken (maar zelfs daar was ik niet echt goed
in). Voor de 'grap' zeg ik tegen iedereen in mijn omgeving die vraagt wat
ik met de studie wil doen: ik ga schoonmaken. Ik meen dat echter serieus
al gelooft niemand dat. Hoe kom ik hieruit, vanaf? Het is toch zonde dat
m'n studie straks geen rendement oplevert!
Onzekerheid aan het einde van de studie
Veel studenten (ook
de 'jonkies' die nooit ontslagen zijn) krijgen aan het einde van de studie
gedachten als:
- "Wat stelt het nu helemaal voor, die studie (Als ik
het kan halen, moet het wel een laag niveau zijn geweest)"
- "Wat heb
ik nou geleerd waar een werkgever iets aan heeft?"
- "Ik ben
erdoorheen gekomen met veel mazzel, maar ik kan niet echt op academisch
niveau functioneren"
- "Ik wil overal werken, maar niet in het
vakgebied waarvoor ik heb gestudeerd. Ik wil niets meer te maken hebben
met al die opgeblazen, dikdoenerige historici/ psychologen/
letterkundigen/ artsen etc
(invullen wat van toepassing is)."
-
"Geef mij een rustig plekje bij de super / plantsoenendienst / postkamer.
Daar kan ik geen kwaad voor de maatschappij en mijzelf de ellende van een
afgang besparen."
Oorzaken van onzekerheid en maatregelen
Behalve dat het misschien mensen zijn die hoe dan ook niet snel een
hoge pet van zichzelf ophebben, spelen er nog een paar zaken
1.
Veranderingen in de laatste fase van de studie
Aan het einde van
de studie zitten relatief veel studieonderdelen die niet meer op routine
gedaan kunnen worden, maar die meer gaan lijken op het werk dat de
afgestudeerde waarschijnlijk gaat doen. In tentamen doen ontwikkel je een
zekere routine, je weet op een gegeven moment wel wat voor jou de beste
aanpak is en als je die routine maar met een zekere regelmaat afdraait,
volgen de cijfers en punten "vanzelf".
Maar naarmate de studie vordert
komen er vaak meer onderdelen die wat minder gestructureerd zijn of waar
je geen ervaring mee hebt: Presentaties houden, samenwerken voor een
project, vanuit een vaag onderwerp een concrete probleemstelling
formuleren en die beantwoorden. Bovendien worden de
criteria waarop
een en ander beoordeeld wordt ook wat vager.
Ongestructureerde taken
vinden mensen vaak moeilijker dan gestructureerde taken, vage
beoordelingen zijn moeilijker aan te sturen dan heldere, en bij werk waar
je geen ervaring mee hebt, kun je jezelf minder makkelijk geruststellen
door te denken dat het de vorige keer toch ook goed is gegaan. Omdat je
weet dat dit soort klussen op een dag je werk zullen zijn en jij je er
helemaal nog niet safe bij voelt, is het geen aantrekkelijk idee op dat
niveau te solliciteren.
Maatregelen
Zelf veel structuur
aanbrengen in vage taken door:
- Lees over deze taken (Hoe schrijf ik
een tekst? Hoe doe ik onderzoek? Hoe houdt ik een presentatie?
Hoe
werk ik taakgericht in projecten?) Je krijgt dan meer zicht op de
deeltaken van zo'n grote klus en meer kijk op de criteria / doelen: wanner
is het "goed", waar moet het heen? Maak duidelijke plannen en bespreek die
met de beoordelaars van het
uiteindelijke werk.
2.
Onduidelijk beeld van een academische functie
Het beeld dat mensen
hebben van een functie op academisch niveau is vaak niet helder. Dat is
ook lastig, want er zijn heel veel verschillende soorten functies op dit
niveau waarbij elke keer weer andere kwaliteiten belangrijk zijn.
Bijvoorbeeld:
Heb je een wetenschappelijke functie? Heb je een baan
die aansluit bij je eigen vak of ben je om je algemene vaardigheden (goed
analyseren, schrijven, speuren in literatuur, organiseren) aangenomen? Heb
je veel contact met collega's, moet je veel samen doen? Heb je veel
contact met klanten / publiek / subsidiegevers?
Een en ander is ook
afhankelijk van de organisatie waarin je komt te werken en de baas (bazin)
die je daar krijgt. Bij de ene werkgever wordt een starter goed gecoached,
bij de ander in het diepe gegooid en bij drie zit het er tussen in.
Maatregel
Probeer een duidelijker beeld te krijgen van de
functies die jou aantrekkelijk lijken. Zoek contact met mensen die deze
functies vervullen en ga ze uit horen over hoe zij hun dag doorbrengen en
wat er van hen verwacht wordt. Probeer ergens stage te lopen om een stukje
van de wereld beter te leren kennen zonder meteen zoveel
verantwoordelijkheid te krijgen.
3. Denkfouten
In
het denken over dit soort dingen sluipt wat overdrijving:
Of je krijgt
een baan op academisch niveau (wat dat ook moge zijn, zie 2) of je gaat
vuilnis ophalen. Iets er tussenin lijkt niet meer te bestaan.
Maatregel
Probeer een duidelijker beeld te krijgen van de
arbeidsmarkt in het algemeen. Wat zit er tussen en wat zou bij jou passen?
4. Onduidelijkheid over persoonlijke kwaliteiten
Je
realiseert je dat je in een baan meer nodig hebt dan alleen intellectuele
kwaliteiten. Je persoonlijkheid is ook belangrijk (zeggen "ze"). Ook dit
is glibberig terrein: wat is je persoonlijkheid? Deugt ie wel of is ie
zwak? Wat te doen als je een foute persoonlijkheid blijkt te hebben? Met
andere woorden: als we gaan nadenken over onze persoonlijkheid raken we in
de war want we weten niet wat dat is (in het algemeen) en weten niet hoe
die van ons is (in het bijzonder).
Maatregel
Probeer niet
te denken in "persoonlijkheden" maar in "eigenschappen", "gewoonten",
"sterke en zwakke kanten", "Sympathieen en antipathieen (Wat voor mensen
vind jij prettig om je heen te hebben? Wat voor
"persoonlijkheden"
moeten dat zijn?)
Analyse
Leg de informatie van 1, 2,
3,4 naast elkaar en analyseer aan de hand van het volgende:
"Wat wil
je, wat kun je?" versus "Wat wordt er gevraagd?" Waarschijnlijk is het gat
dat je waarneemt tussen de eisen en jouw kwaliteiten al wat kleiner
geworden. Waarschijnlijk (ik weet het zeker, eigenlijk) ben je niet de
ideale kandidaat voor de functies (die bestaat namelijk niet) die jou
aantrekken. Beoordeel hoe je die verschillen eventueel kleiner zou kunnen
maken.
Tot slot
Het is een heel verhaal geworden en
daarbij is jouw levensgeschiedenis ook nog wat afwijkend van "de
gemiddelde" student. Dat roept een aantal vragen op.
Is dit je eerste
opleiding na je middelbare schooltijd? Wat was er dan met jouw
persoonlijkheid dat je ontslagen werd? Als jij faalt, wat gebeurd er dan
precies? Wat versta jij onder het rendement van je studie?
Desgewenst
is per e-mail naar antwoorden op deze vragen te zoeken. Realiseer je wel
dat een e-mail correspondentie geen vervanging kan zijn van contact met
een professional (beroepskeuzeadviseur, psychotherapeut, huisarts). Neem
als het echt slecht met je gaat contact op met een van deze personen.
Chaotisch studeren
Ik heb dit jaar bijna al mijn tentamens gehaald maar ik ben toch
niet echt tevreden. Ik heb steeds het gevoel dat ik beter en harder moet
studeren.
Ik denk dat ik ongeveer 16 tot 20 uur per week aan mijn
studie besteed. Dit kan echter flink uiteenlopen. Rond tentamenperiodes
studeer ik vaak 30 uur per week of meer. In tijden dat er geen werkstukken
en tentamens zijn soms maar 10 uur.
Ik speel een muziek instrument en
zit in een commissie en doe wat aan sport.ng.
Volgens mij en mijn
omgeving kan ik veel beter. De leraren zeiden het vaak. dit dan bijv. naar
aanleiding van toetsen waar niet voor geleerd kon worden, vragen in de
klas: die deed ik dan heel goed terwijl gewone overhoringen vaak matig of
voldoende waren). Mijn ouders zeggen het soms, vooral als ik zelf aangeef
dat ik het gevoel heb dat ik beter kan en dat ik mezelf in de weg loop.
Ik ben namelijk erg chaotisch. Hoewel ik echt mijn best doe kan ik
niet volgens planningen werken. Een tijdje gaat dit goed, maar na verloop
van tijd mislukt dat weer. Ik moet echt precies uitwerken wat ik ga doen.
Vooral als het veel kleine dingen zijn die ik moet doen, vertel ik aan
iemand anders wat ik allemaal voor bezigheden denk te hebben en dan laat
ik diegene alles in een logische volgorde zetten, soms met tijdsindeling
erbij.
Ik heb heel veel moeite me aan het rooster te houden. Ik doe
dan alles door elkaar zodat ik eigenlijk alles maar half doe. Als ik
bijvoorbeeld een kamer moet opruimen ben ik heel lang bezig en
uiteindelijk is er weinig resultaat. Als ik verschillende opdrachten moet
doen of onder tijdsdruk moet werken gebeurt hetzelfde.
Als het echt
mis gaat, raak ik in paniek, omdat ik dan niet meer overzie wat ik
allemaal moet doen. Soms doe ik dan maar helemaal niets meer. Soms ga ik
ervoor zitten en bedenk wat ik allemaal in welke volgorde moet doen.
Ik raak regelmatig dingen (boeken, agenda, portemonnaie) kwijt en
vergeet vaak dingen vergeet afspraken, namen van mensen, dingen die ik
moest doen. Dit heeft iedereen natuurlijk wel, maar bij mij gebeurt het
heel vaak. Het kost ook heel veel moeite om dit te voorkomen. Ik ben heel
vaak bezig om te controleren of ik alles nog wel heb. Ik heb nu alles een
vaste plaats gegeven en dan leg ik het daar heel bewust neer. Zo raak ik
de laatste tijd minder kwijt, maar ik vergeet nog wel vaak dingen of kom
afspraken maar half na.
Ik voel me hierdoor soms behoorlijk dom.
Ik heb dit probleem al vanaf de basisschool en heb er tijdens mijn
studie en ook tijdens andere bezigheden veel last van.
Binnen mijn
familie komt dyslexie voor. Ik zelf heb vroeger ook veel moeite met
spelling gehad, doordat ik wel goed kan leren heb ik deze problemen
grotendeels overwonnen. Ik heb echter wel eens gelezen dat mensen met
dyslexie moeite kunnen hebben met het ordenen van dingen en met het doen
van verschillende dingen in een bepaalde volgorde. Zou dit te maken kunnen
hebben met mijn probleem. Wat kan ik doen om het probleem de baas te
worden?
Hoewel je gemiddeld gezien misschien genoeg tijd aan de studie besteed,
lijkt het er op dat je de tijd nogal onevenwichtig spreidt over de weken.
Als je bepaalde periodes maar tien uur aan de studie besteed en dat in
andere weken moet compenseren door 30 uur of meer te studeren, dan heb je
het in de "30-uur-weken" misschien te druk, vooral als de muziek en de
commissie in die tijd net zoveel aandacht vragen als anders. Bovendien
zijn er behalve de muziek, sport en commissie (waarschijnlijk) nog andere
dingen die je doet: slapen, douchen, eten kopen, koken en opeten, naar het
postkantoor/ de dokter/ de kapper, lezen/tv kijken/surfen op het web,
uitgaan etc, etc. Op een paar van deze dingen valt nauwelijks te
beknibbelen (tenzij je jezelf verwaarloost), dus in de drukke
studeer-weken kosten die bijna net zoveel tijd als in de rustiger weken.
Uit je eerste reactie valt niet op te maken hoe je tijdsbesteding er
precies uit ziet. Dat hoeven wij ook niet exact te weten, maar voor jezelf
kan het nuttig zijn om in het nieuwe studiejaar af een toe eens een weekje
te tijdschrijven. D.w.z. elke dag bij te houden waar je allemaal tijd aan
hebt besteed en hoeveel tijd. Je krijgt dan beter zicht op wat je allemaal
probeert te doen in een week, of dat wel mogelijk is en hoe je je tijd
evenwichtiger kunt indelen. Lees hierover ook onze informatiebrochures ( overzicht) en
kijk op de website
Studie-ondersteuning onder plannen en tijdsgebruik.
Voor
toetsen waar je van te voren niet mee bezig hoefde/ kon zijn, haalde je
betere cijfers dan voor toetsen waar je je op kon voorbereiden. Dit zou er
op kunnen wijzen dat jij je niet alleen op de inhoud voorbereidde maar je
ook zorgen maakte over je kans van slagen, waardoor je minder goed kon
studeren en / of op het tijdstip van de toets nogal gespannen was,
waardoor je prestatie onder deze omstandigheden minder was dan als je
weinig aandacht aan de komende toets had besteed. Zoals je wellicht weet
heeft spanning een negatief effect op het vermogen van mensen om na te
denken, de extreme vorm hiervan is bekend en berucht als "Black out".
Je ouders en de leraren zeggen dat je beter kunt. Misschien maak
jij daarvan:
"Als het beter kan, dan MOET het ook beter" (van jezelf
of van ouders en leraren). Het zou best kunnen dat ze dit niet zo bedoeld
hebben, maar het eerder als geruststelling/ en aanmoediging wilde geven:
"Zie je wel je kunt het best, maak je maar niet zo druk om die stomme
proefwerken, dan gaan ze net zo goed als onvoorbereide toetsen. Wij hebben
alle vertrouwen in je. Jij twijfelt er wel aan of je het kunt, maar wij
niet".
Je stopt behoorlijk wat tijd en energie in het voorkomen van
chaos. De maatregelen die je neemt zijn allemaal nuttig en verstandig.
Toch gaan er soms dingen fout. Wat is er aan de hand?
Je bent
misschien een tikje warhoofdiger dan de gemiddelde persoon van jou
leeftijd en geslacht. Maar je lijkt ook een tikje perfectionistischer. (Ik
heb mijn tentamens gehaald, maar ik ben niet tevreden. Als ik een plan
maak vertrouw ik het zaakje niet en dan laat ik er iemand anders ook naar
kijken. Ik ruim niet een kast op maar probeer mijn hele kamer in een keer
op te ruimen) Je begint met verstandige dingen toe doen om nare gevolgen
van warhoofdigheid te voorkomen, maar dan neemt je perfectionsme het over
en wil alles tot in de puntjes regelen. Dat gaat natuurlijk niet, dus soms
dreigen er toch dingen fout te gaan en de gedachte daaraan maakt je wat
gespannen. Door die spanning kun je iets minder goed nadenken wat je nu
moet doen, dat merk je zelf ook, of je bent niet tevreden met de
oplosingen die je verzint omdat ze niet perfect zijn. Daardoor wordt je
nog iets meer gespannen en daardoor kun je iets minder helder denken en
dan draait de cirkel rond tot je zo over je toeren bent dat je er helemaal
geen grip meer op hebt.
Je stopt dan met dingen doen, en dat is ook
heel verstandig, maar zoals je er zelf over schrijft lijkt het er op dat
je dat nogal stom en slap vindt van jezelf.
Denk er eens over na
of je het hier mee eens bent, en als dat zo is probeer dan je
perfectionisme een beetje te sussen.
- Kijk eens of het wel mogelijk
is voor een mens om alles te doen wat jij wilt en stel je doelen wat
realistischer.
- Denk eens na over hoe erg het is als de dingen die je
wilt niet lukken of niet helemaal lukken. Maak eventueel een "worst case
scenario": wat is het ergste dat er kan gebeuren als......fout loopt.
- Probeer in het bestrijden van je perfectionisme niet te
perfectionistisch te zijn. Het is een lastig iets om vanaf te komen, omdat
het je vaak ook veel oplevert om de dingen goed te willen doen
(beloningen, waardering) en ambitieus te zijn. Dus: als je jezelf toch
weer op perfectionistische neigingen betrapt, niet boos worden op jezelf
dat je het niet onder controle hebt.
In de VS. is en interessante
web-site voor
gespannen studenten.
Mensen met dyslexie hebben vooral problemen
met het ordenen van dingen die met taal te maken hebben: spraakklanken,
letters, teksten analyseren, werkstukken schrijven.
De problemen waar
jij het over hebt kunnen zij natuurlijk ook hebben, maar die staan los van
de dyslexie en komen ook voor bij mensen die niet dyslectisch zijn. Ten
eerste omdat niet iedeereen "van nature" even geordend is. Ten tweede
omdat iedereen gespannen kan raken en daardoor chaotischer gaat denken/
handelen. Mensen met dyslexie hebben een voor de hand liggende
spanningsbron: de dyslexie en de fouten die ze daardoor maken en de (soms)
negatieve reacties van de omgeving daarop. Het zou dus kunnen dat dit
soort problemen relatief veel voorkomen bij dyslectici, maar ze zijn er
waarschijnlijk geen direct gevolg van.
Dom en faalangst?
De eerste drie jaar van mijn talenstudie gingen wel goed, maar nu
zit ik vast. Ik moet nog
2 grote tentamens doen en een scriptie. Ik
ben eerlijk gezegd bang dat ik te dom ben om
de studie af te maken.
Een leraar op het VWO heeft gezegd dat ik faalangst heb. Wat vind u?
Je vraagt je af of je na een voorspoedig start van de studie deze ook
kan afmaken in verband met gebrek aan capaciteiten en faalangst. Het is
duidelijk dat je in hoge mate opziet tegen de komende tentamens en de
scriptie. Maar als de eerste drie jaren van de studie goed zijn gegaan,
dan is de kans groot dat je deze studie ook kunt afmaken. De volgende
analyse kan je helpen een oplossing voor het probleem te vinden. In het
algemeen geldt dat studenten die voor een studietaak staan twee
schattingen maken, namelijk:
1. Hoe zwaar is deze taak
2. Heb ik
genoeg intellectuele en psychologische capaciteiten om deze taak aan te
kunnen
Het lijkt erop dat je jouw capaciteiten negatief beoordeelt (te
dom en te angstig), terwijl je nog niet heb geanalyseerd waar je zo tegen
op ziet. Wat is er voor jou zo zwaar aan deze nieuwe taken, terwijl je
studieresultaten tot nu toe goed waren? Kennelijk beschik je over de
nodige capaciteiten (intelectuele capaciteiten, omgaan met 'studiestress',
enz.). Zie je op tegen de grote hoeveelheid studiestof die je moet
verwerken bij de tentamens en de scriptie of gaat het er meer om dat je nu
zelfstandiger met de stof moet omgaan? Weet je niet hoe je een scriptie
moet aanpakken of merk je bepaalde zwakke punten bij jezelf op? En
daarbij, spelen persoonlijke omstandigheden soms een rol (moet je
afstuderen of ben je juist bang om dat te doen?)
Op grond van dit
soort vragen kan je oplossingen ontwikkelen. Je bepaalt de kenmerken van
de taken en van jezelf en maakt een balans op van sterke en van zwakke
punten. Sterke punten kun je gebruiken en zwakke punten kun je aanvullen.
Denk na en overleg met medestudenten, docenten en andere personen die
belangrijk voor je zijn. Raadpleeg ook de informatie over schrijven ,
volg eventueel een workshop / cursus of
bespreek een en ander met een studentenpsycholoog
.
Ziekte, somberheid en studie
Ik ben de laatste tijd veel ziek geweest en heb veel thuis gezeten
omdat ik niets mocht doen. In deze tijd heb ik veel tijd gehad om na te
denken over van alles en nog wat. Daar ben ik niet bepaald gelukkig van
geworden. Vooral vervelenden dingen uit het verleden maalden door mn
hoofd. Ik raakte mede hierdoor nogal in een dipje, maar hield mezelf voor
om vooral maar positief te blijven denken om op die manier zo snel
mogelijk beter te worden. Ik hier niet alleen mezelf voor de gek gehouden,
maar ook m'n omgeving. Iedereen vond het allemaal zo geweldig dat ik het
zo positief zag, terwijl dit eigenlijk verreweg het geval was: Ik voelde
me niet gelukkig en dingen uit het verleden gingen constant door m'n
hoofd.
Door deze periode werd het opeens duidelijk dat dit niet voor
het eerst was dat ik me zo voelde. Ongeveer een half jaar voordat ik ziek
werd ben ik erg gelukkig geweest en veel afleiding gehad, maar daarvoor
heb ik me een zeer lange periode ook niet erg gelukkig gevoeld. Dat was
een periode dat ik geregeld last had van zelfmoordgedachtes (dit is nu
niet meer het geval) Dit zijn echter dingen waarover ik nooit met iemand
heb gepraat, ik heb nog nooit iemand verteld dat ik nooit echt gelukkig
was. Mijn ouders zagen het altijd als een soort "chronische
sacherijnigheid". Ze vertelden me constant dat ik maar es moest lachen en
anders maar naar m'n kamer moest gaan. Aan mijn omgeving liet ik nooit
merken hoe ik me voelde.
Nu heb ik regelmatig last van dipjes en voel
me kut. Niet constant maar een soort jojo-effect: dan voel ik me weer goed
en dan weer heel kut. Ik probeer zo veel mogelijk dingen te ondernemen die
ik eigenlijk leuk vindt, maar heb hier eigenlijk geen zin in. Ik dwing
mezelf dan maar. Dit help wel een beetje, maar slechts voor een korte tijd
en ik hou van binnen toch constant een rotgevoel, hoe hard ik ook lach of
leuke dingen doe. Ik ben heel bang dat die dipjes omslaan in weer diep
ongelukkig voelen. Dit komt niet echt gelegen want ik wil het liefst zo
snel mogelijk mijn studie afmaken. Hier komt echter weinig van terecht
want ik kan me slecht concentreren en slaap moeilijk. Ik heb geprobeerd om
dingen te vergeten door herhaaldelijk mijn dagboek te lezen en om het zo
'normaal' te laten worden zodat ik er niet zo over denk maar dit helpt
niet. Ik wil nu graag weten hoe ik kan voorkomen dat ik in zo'n grote dip
kom, want dat gaat -zeker weten- niet alleen ten koste van mijn studie
maar ook van mijn sociale contacten.
Als de dagelijkse routine wegvalt, bijvoorbeeld door ziekte, dan breekt
bij veel mensen een periode van bezinning aan. Je krijgt op dat moment
meer aandacht voor je herinneringen, gevoelens en levensthema's en je
maakt als het ware de balans van je leven op. Misschien wel erg veel
aandacht, want je zit thuis en je hebt weinig afleiding. Zeker als
vroegere vervelende ervaringen door je kop spoken stemt dat niet vrolijk.
Daarbij word je ook duidelijk dat er weinig acceptatie is van sombere
/ verdrietige gevoelens door je ouders en door anderen. Terwijl je in de
tijd toen je geregeld last had van gedachten jezelf te doden, je toch wel
erg somber en eenzaam gevoeld zal hebben. Jezelf doden lijkt dan een
oplossing van deze problemen in je leven, maar is uiteraard vernietigend
terwijl andere oplossingen mogelijk zijn. Deze narigheid gewoon vergeten
en maar aan de studie gaan blijkt niet te lukken.
Om een probleem
op te lossen zal het probleem eerst geanalyseerd moeten worden. Maar je
zult ook moeten kijken naar de manier waarop je dit probleem probeert op
te lossen. Er is sprake van vroegere vervelende ervaringen, somberheid en
daar niet over (durven?) praten. Wellicht spelen andere zaken die niet
genoemd worden een rol. Jezelf en anderen voor de gek houden en je
positiever voordoen dan je jezelf voelt helpt niet. En wat nu gedaan?
Op korte termijn heb je al gemerkt dat 'leuke dingen doen' en
afleiding enigszins helpen. Alleen maar thuis blijven zitten en je
afsluiten helpt je daar en tegen van de wal in de sloot. Maar dit is
slechts een deel van de oplossing van het probleem.
Daarnaast lijkt
het er op dat meer nodig is. Misschien is dat te beschrijven als een
(verdere) verwerking van vroegere ervaringen. Het lijkt ook wenselijk dat
je een nieuw evenwicht vindt met de mensen om je heen waarbij je meer jouw
ervaringen en gevoelens laat blijken. Daar is enige tijd voor nodig en
steun en advies daarbij van een Studentenpsycholoog
kan nuttig zijn. Als je wilt weten wat een studentenpsycholoog heeft te
bieden zou je langs kunnen komen op het open spreekuur of een afspraak
kunnen maken.
Wat betreft de studie is een goede strategie: doe wat je
aankunt. Om te herstellen van een ziekte is vaak meer tijd nodig dan je
zou wensen, maar te ambitieuze plannen werken averechts. Probeer op dit
punt ook steun en advies te verwerven. Stel bijvoorbeeld met een
studieadviseur een haalbaar werkplan op. Vergeet ook niet dat
studievertraging allerlei praktische problemen(bijvoorbeeld
studiefinanciering) kan opleveren. Raadpleeg daarvoor een Studentendecaan.
Last van 'concentratiestoornissen'
Al enige tijd heb ik last van concentratiestoornissen. Ik ben erg
snel afgeleid en als ik moet studeren raak ik snel mijn concentratie
kwijt. Al snel betrap ik mezelf dat ik wat anders aan het doen ben. Het
beginnen is ook erg moeilijk, maar eenmaal begonnen gaat het wel goed.
Alleen na de pauzes weer een poging doen om te beginnen is erg moeilijk.
Graag zou ik van u willen weten of er een cursus om je concentratie te
trainen.
'Concentratiestoornissen' zijn ingebed in een groter geheel en zullen
hierdoor worden beïnvloed. Dat levert een aantal vragen op.
- Als je
gedurende langere tijd behalve 'concentratiestoornissen' ook andere
klachten hebt dan is de vraag te stellen of je goed gezond bent. De
huisarts is dan de persoon om te raadplegen.
- Is er de laatste tijd
sprake van psychologische moeilijkheden in je leven en leiden deze je af?
Overleg met bekenden, partner, ouders of de studentenpsycholoog.
- Is er sprake van grote studiedruk en MOET je studeren en tentamens
halen en leidt Deze studiedruk je af? Maak een goed werkplan met
haalbare doelen . Raadpleeg de studieadviseur of de
studentenpsycholoog. Geregeld worden er workshops en
trainingen gegeven over planning.
- Zijn je werkomstandigheden
gunstig? In het archief van de Studentenvraagbaak bij 'Afleidend
gedachten' staan condities beschreven die werken met aandacht
bevorderen.
Toegespitst op je klacht 'concentratiestoornissen'
noem je drie aspecten die op verschillende manieren zijn aan te pakken
1. 'Startproblemen', het is moeilijk om op gang te komen. Dat komt
vaak voor en is begrijpelijk. Andere activiteiten lijken leuker en er
staat je een klus te wachten waarvan je nog niet weet hoe die gaat
verlopen. Pas na een tijdje krijg je feedback en dat houd je aan de gang.
Een belangrijk punt hierbij is: ga je vooral niet afvragen of je wel zin
hebt, of je wel helder genoeg bent of wat dan ook. Ga routinematig aan de
slag zoals een werknemer op de afgesproken tijd aan het werk gaat. Werk
niet
langer dan een uur en pauzeer dan even.
2. Afgeleid zijn
tijdens het studeren. In het archief van de Studentenvraagbaak (bij 'Afleidend
gedachten') zijn uitvoerige aanwijzingen te vinden hoe met afleidende
gedachten zijn om te gaan.
3. Iets anders doen terwijl je moet
studeren. Het gaat hier dan om uitstellen van noodzakelijk
studieactiviteiten. Raadpleeg de tips voor de aanpak van
uitstelproblemen. Waardoor wordt overigens dit uitstellen gemotiveerd?
Kijk eens naar de uitstel-smoezen
pagina voor mooie voorbeelden van rechtvaardiging van uitstellen.
4. Vaak speelt over- en onderschatting van de eigen mogelijkheden en
de zwaarte van de studietaak een rol:
4.1 Het lijkt niet nodig te zijn
om meteen aan de slag te gaan. Pas op voor overschatting van de eigen
mogelijkheden en onderschatting van de zwaarte van de studietaken. Maak
een goed werkplan en voer dat uit.
4.2 Zie je erg tegen het studeren
op omdat je bang bent dat het niet lukt? Pas op voor onderschatting van de
eigen mogelijkheden en overschatting van de zwaarte van de studietaken.
Raadpleeg de informatie over tentamen doen en geef extra
aandacht aan de informatie over examenvrees.
Volg zonodig de training 'Tentamen doen en
tentamenvrees' .
Zorgen over een medestudent die
liegt
Mijn probleem gaat over iemand die ik ken. Begin deze week ben ik er
achter gekomen dat hij heeft
gelogen bij vrijwel alles wat hij zei.
Hij blijkt hij niets te hebben gehaald van z'n studie en
is niets in
zijn leven zoals hij het mij heeft doen voorkomen. Ik had al van
verschillende kanten verhalen over zijn liegen gehoord, maar ik had geen
idee hoe erg het werkelijk was. Nu, nu ik eindelijk zo'n beetje weet hoe
de vork in de steel zit, besef ik pas hoe verschrikkelijk die jongen aan
de grond zit. Hij heeft op dit moment geen geld, geen vrienden, geen
studie, geen vertrouwen in wie dan ook en niets om zich aan vast te houden
behalve zijn eigen leugens. Daarbij heeft hij een nogal gestoorde relatie
met zijn familie, waaraan hij nogal vasthoudt en die hij ziet als "de
enigen die hem kennen en begrijpen". Mijn vraag is nu: op welke manier kan
zo iemand geholpen worden? Ik weet dat hij serieuze hulp nodig heeft, maar
hoe kan ik hem daarvan overtuigen? Is het slim om de laatste paar bekenden
die hij nog over heeft (een paar vage kennissen) ook van hem te
vervreemden zodat hij echt de bodem raakt of juist niet?
Je beschrijft dat je je zorgen maakt over iemand die 'aan de grond zit'
waarbij de situatie extra ingewikkeld wordt door 'liegen' van die persoon.
Dat 'liegen' zou als zelfbescherming wel eens centraal kunnen staan, maar
er kunnen ook andere onbekende zaken een rol spelen. In dit antwoord zal
niet gespeculeerd worden over mogelijke oorzaken, maar vooral worden
ingegaan op de vraag: Wat kan ik doen? Om het meteen maar duidelijk te
zeggen: hoe vervelend ook, je kunt betrekkelijk weinig doen, maar wat je
kunt doen is wel belangrijk en daarbij kan je sommige dingen maar beter
nalaten.
Eerst over het 'liegen'. Het komt meer voor dan je zou denken
dat studenten gevangen zitten in een web van leugens. Dat kan heel
onschuldig beginnen met bijvoorbeeld te zeggen dat je een tentamen hebt
gehaald terwijl je bent gezakt. Om deze onwaarheid te verbergen zal je
vaak ter bescherming een nieuwe onwaarheid moeten verzinnen. Zo kan er een
heel bouwwerk van leugens ontstaan waar die persoon zich steeds
ongelukkiger in gaat voelen en klem in komt te zitten. De omgeving gaat op
een gegeven moment onraad vermoeden en is geschokt door de ontdekking van
bedrog. Maar meestal schaamt deze persoon zich zo sterk en zijn personen
in de omgeving zo verontwaardigd of verdrietig dat een openhartig gesprek
heel moeilijk is.
Als er een goede relatie bestaat tussen jou en deze
persoon dan zou je jouw vermoedens kunnen bespreken en hem kunnen helpen
om schoon schip te maken. Controleren en beschuldigen evenals de situatie
verergeren ('de bodem raken') helpt niet, maar zeggen wat jij voelt en
uitnodigen tot praten kan op den duur wel helpen. Dat is niet gemakkelijk
omdat er bij beide gesprekspartners sterke emoties zullen spelen. Vaak
geeft iemand er de voorkeur aan om dit met een buitenstaander, een
vertrouwensfiguur, huisarts of een studentenpsycholoog
te bespreken omdat de schaamte en angst tegenover een bekende te sterk is.
Wat je dan hooguit, maar dat is wel zeer belangrijk, zou kunnen doen is
iemand helpen om deze stap te nemen.
Ook iemand helpen om hulp te
zoeken is niet eenvoudig. Er kan zelfs een moeilijk, zo niet onoplosbaar,
probleem ontstaan als jij vindt dat het zo slecht met iemand gaat dat
(professionele) hulp nodig is en dat die persoon dat zelf niet nodig
vindt. Om maar het uiterste te noemen: mensen worden pas gedwongen in een
psychiatrisch ziekenhuid opgenomen als ze een zeer ernstig gevaar zijn
voor zichzelf en anderen.
Maar ook als er geen sprake is van een acute
crisissituatie, dan kan er toch sprake zijn van ernstige bezorgdheid om
iemand. Wat kun je doen? Net doen of er niets aan de hand is (negeren)
helpt niet, maar vanuit jezelf duidelijk maken dat je bezorgd bent zou
iemand kunnen helpen. 'Ik maak mij bezorgd' kan stimuleren tot nadenken,
maar 'Jij moet hulp gaan zoeken' wordt snel als een afwijzing opgevat. Je
kunt iemand helpen over een drempel te komen door bijvoorbeeld te
informeren over hulpverlening, waarbij je zult moeten aanvaarden dat je
betrekkelijk machteloos bent. Enig geduld zal nodig zijn, maar houdt
hierbij je eigen grenzen in de gaten. Steeds weer uren lang over hetzelfde
praten werkt niet!
Een huisarts is vaak is het eerste aanspreekpunt
bij problemen, maar voor universitaire studenten kan de studentenpsycholoog
(maak een afspraak of kom vrijblijvend naar het open spreekuur) helpen om
problemen te verhelderen en naar oplossingen te zoeken.
Stress?
Ik ben derdejaars student psychologie. Het afgelopen jaar had ik
meerdere bijbaantjes, in een bestuur gezeten en vele andere activiteiten
naast mijn studie gehad. Aan de ene kant was dat erg leuk, omdat het een
goede afleiding was van de nogal theoretische studie psychologie, maar aan
de andere kant was het vaak best zwaar. Iedere activiteit vroeg meer dan
een normale inzet en prestatie en iedereen verwachtte ook niets anders van
mij.
In januari (een week voor mijn tentamen) ging er ergens iets mis
en ben ik volledig ingestort. Onder "aanmoediging" van mijn ouders en
steun van een paar goede vrienden ben ik daar weer van hersteld. Ik nam
tijd voor mezelf, schrapte een paar dingen zodat ik het wat rustiger had,
kortom, ik dacht ook eens aan mezelf.
Na een paar ups en downs van
hetzelfde soort heb ik uiteindelijk in mei (de meeste activiteiten waren
toen afgelopen) een groot vak laten vallen. Daarmee dacht ik eindelijk een
rustig trimester in te gaan. Helaas blijkt dat weer niet zo te zijn.
Meerdere mensen vragen allemaal nog steeds of opnieuw meer dan 100% inzet
en prestatie van mij, en dat kan ik nu niet meer geven (en wil dat ook
niet altijd geven). Dan raak ik de draad af en toe weer gigantisch kwijt.
Inmiddels word ik redelijk gestoord van mezelf: ik kan blijkbaar niet
tegen stress, maar ik weet ook dat ik onder druk beter presteer en dat ik
het liever drukker heb dan te rustig. Ik loop mezelf voorbij en zie het
gebeuren, maar doe er weinig aan.
Het verhaal komt misschien wat vaag
en onduidelijk over, maar het is ook eigenlijk de eerste keer dat ik dit
op "papier" zet. Ik hoop dat u mij kunt helpen.
Definitie stress
In de alledaagse betekenis van het woord wordt met
stress in de eerste plaats gedoeld op invloeden van buitenaf,
bijvoorbeeld: een veeleisende baas, een relatie die niet prettig loopt,
ruzie met een collega, veel tentamens in een korte periode. In de tweede
plaats gebruiken mensen het woord stress in verband met opgejaagd,
hijgerig en snel geïrriteerd voelen, hartkloppingen, veel piekeren over of
het allemaal op tijd af kan komen, enz.
Iemand die zegt gestresst te
zijn bedoeld meestal: er komt van alles op me af en ik voel me daardoor
behoorlijk gespannen. In de literatuur spreekt men over stress als de
draaglast de draagkracht te boven gaat. Volgens deze definitie is dus
niemand 100% stressbestendig, want iedereen heeft een grens waarboven er
sprake is van overbelasting. Het gaat er dus om de draaglast in verhouding
te krijgen met de draagkracht.
Overbelasting als oorzaak
In je
e-mail beschrijft je hoe je vorig jaar overbelast bent geraakt door de
combinatie studie en VELE andere activiteiten die 'meer dan een normale
inzet en prestatie' van je vroegen. Kennelijk heb je er plezier in om
dingen te ondernemen en zien mensen je ook als iemand die veel aan kan.
MAAR ieder mens heeft een grens van belastbaarheid. En als de taken
zwaarder zijn dan je aankunt ontstaat stress, wat meestal inhoudt dat je
je moe voelt, somber gestemd bent, weinig kunt hebben (snel in tranen,
prikkelbaar, ed.) en je productiviteit in elkaar zakt.
Mensen in je
omgeving hebben je toen gesteund en je hebt hopelijk ervaren dat je niet
minder bent als je minder actief bent. Ook door een aantal zaken te
schrappen heb je een nieuw evenwicht gevonden. Maar wat je nu merkt is dat
dit nieuwe evenwicht wordt bedreigd door de verwachtingen van anderen
(mensen om je heen, docent) en jouw verwachtingen over jezelf dat je dit
weer allemaal moet aankunnen. Er zit niet anders op dan de eisen die je
aan jezelf stelt bij te stellen, niet te doen of je alles aankunt en
bijvoorbeeld op verzoeken NEEN te zeggen. Je voldoet dan niet voor 100%
aan de verwachtingspatronen van anderen, maar hoe erg is dat eigenlijk? Je
hebt misschien in je leven geleerd dat dit zeer belangrijk is, maar dit is
niet erg wenselijk en trouwens onhaalbaar. Het is in ieder geval een
doodlopende straat die het plezier in activiteiten en productiviteit
aantast.
Aanpak stress door kritisch nadenken
Bij het
aanpakken van een dergelijk probleem helpt het vaak te onderzoeken welke
gedachten en opvattingen je hebt over jezelf en je omgeving en vervolgens
te toetsen of die opvattingen kloppen met de werkelijkheid.. We weten dat
natuurlijk niet wat jij allemaal denkt, maar uit je e-mail is extra
aandacht voor de volgende punten nodig.
1. "Iedere activiteit vroeg
meer dan een normale inzet en prestatie". Toetsing:
Wie vroeg die meer
dan normale inzet? De mensen waar je voor werkte? Hebben ze dat echt met
zoveel woorden gevraagd? Hebben ze ook verteld wat ze zouden doen als je
die prestatie niet zou leveren? Of heb je zelf besloten dat er een meer
dan normale inzet nodig was? Wat denk je dat er was gebeurd als je die
meer dan normale inzet niet geleverd had? En als je die meer dan normale
inzet wel levert, maar het project was toch mislukt of niet 100 % gelukt,
wiens schuld was dat dan? Werkte je alleen of samen met anderen? Is "niet
helemaal gelukt" hetzelfde als "helemaal niet gelukt"?
2. "Meerdere
mensen vragen nog steeds meer dan 100 % inzet en prestatie van mij"
Toetsing:
Vragen ze dat echt? En als ze dat echt zouden vragen: als de
StudentenVraagbaak je nu zou vragen om 1000 gulden op onze privé
rekeningen te storten doe je dat dan ook?
Of vragen ze je iets te doen
en maak je er zelf van dat het meer dan 100 % goed moet zijn? Is 80 % goed
ook goed genoeg?
3. "Ik wil dat niet altijd geven en dan raak ik de
draad gigantisch kwijt."
Het kan zijn dat je hier bedoelt dat je het
buitengewoon vervelend vindt iets te weigeren, en dat jij je heel schuldig
voelt en jezelf een grote slappeling vindt dat je niet al die karweitjes
even voor ze klaart.
Daardoor kom je in de verleiding om toch maar te
doen wat ze vragen. Je weet dat dit niet handig is omdat het tot meer
spanning leidt, en dus weet je niet welke van de twee onaantrekkelijke
opties te kiezen. Vervolgens ga je je weer ergeren aan je eigen
besluiteloosheid
Het lijkt alsof je tegen jezelf zegt: ik wil dat niet
meer geven, ik kan dat (nu) ook niet geven maar het moet wel.
Wat
gebeurt er als je het weigert? Wat voor voorspellingen heb je daarover?
Vallen er doden? Ben jij de enige op de hele wereld die dit werk kan doen?
Hoe zouden ze het probleem oplossen als je in het ziekenhuis lag met een
gebroken been en twee gekneusde ribben en een verband om je ogen?
Het
lijkt er op dat je niet gewend bent om verzoeken te weigeren en je voelt
je er nog niet rustig bij. Probeer toch vol te houden, op den duur zal het
je makkelijker af gaan.
4. "Het lijkt me fijn om aan dit
verwachtingspatroon te voldoen"
Natuurlijk is het prettig en handig
als je baas tevreden over je is. Wat gebeurt er als je minder
stressbestendig bent dan de docent dacht? (NB. Minder, dat is iets anders
dan "helemaal niet")
Kijk verder naar de vragen die we bij je ander
opmerkingen hebben gesteld.
Herstel heeft tijd nodig
Probeer
te accepteren dat je herstel minder snel zal gaan dan je had verwacht.
M.a.w. stel ook wat dit betreft niet van die absolute en hoge eisen aan
jezelf. ("Ik ben wel even van streek geweest, maar ik ga in no time 100%
herstellen. Vanaf het diepste punt zal het alleen maar steeds beter gaan,
ik kan mijzelf geen enkele terugval meer toestaan. Ik zal alleen nog maar
verstandig zijn en emotioneel stabiel en voorspelbaar reageren") Een nieuw
evenwicht vinden is minder makkelijk dan het lijkt, want je hebt jezelf
nooit 100 % onder controle, je moet wennen aan nieuw gedrag bij jezelf,
dingen uitproberen.
Misschien ben je gewend veel complimenten te
krijgen voor je uitstekende prestaties. Als je wat minder hard holt, krijg
je waarschijnlijk minder complimenten en soms zelfs lange gezichten. Het
is lastig om te leren dan toch je eigen koers te varen.
Hoewel.....misschien zijn er na een tijdje mensen die opmerken dat je
tegenwoordig zo anders bent, zo lekker nonchalant en altijd in voor een
kletspraatje.
Meer informatie
- studiestress .
- Informatie over stress door Riagg Drenthe en Intermediair .
- Nuttige
boeken:
Uitgeverij Thema, "Druk, druk, druk" "Beren op de weg,
spinsels in je hoofd"
Persoonlijke stressbestendigheid"
(audiocassette)
Eetproblemen
Ik ben een studente van 22 en ik zit eigenlijk al sinds jaar en dag
met eetproblemen. Die niet zo heel ernstig zijn, maar wel lastig.
Toen
ik 14 was ging ik over op helemaal bijna niets eten; een appeltje per dag
en na mijn warme eten stak ik vaak mijn vinger in mijn keel. Ik woog toen
ongeveer 40 kg bij 1.64. Een jaar erna was dat eigenlijk vrij plotseling
over, ik kan me niet meer helemaal herinneren waarom, maar toen begon ik
te schransen. Echt dik werd ik nog steeds niet, maar ik kwam dat jaar wel
tien kilo aan tot ongeveer 49, 50kg. De jaren erna ging ik vrij intensief
sporten en omdat dat zo belangrijk voor me was moest ik wel goed eten, en
kon ik niet meer mijn vinger in mijn keel steken of mezelf uithongeren.
Bovendien was ik best trots op mijn lijf, voor wat het allemaal voor
elkaar kreeg.
In die jaren kwam ik nog ongeveer vijf kilo aan, maar
dat had denk ik meer te maken met het ouder worden en het creeren van meer
spier, dan met iets anders. Wel kreeg ik tot twee keer toe een ernstige
blessure, waardoor ik een keer voor ongeveer vier maanden uit de running
was en een keer anderhalf jaar. Ik kwam dan een aantal kilo aan omdat ik
juist heel veel ging eten uit verveling en niet sportte, maar dat ging er
met sporten wel weer af. Al ging het de laatste keer wat moeizamer eraf,
omdat ik als student toch minder sportte en ongezonder at en meer biertjes
dronk. Maar door een moeilijke liefdesgeschiedenis verloor ik ook die
laatste keer weer een heel aantal kilo's. Dat was winter 97/98. In de
zomer kreeg ik voor de zoveelste keer een ongelukje; een weekje in het
ziekenhuis en niet sporten. Maar nu vlogen de kilo's eraan. Deze winter
heb ik daarom een dieet gevolgd, maar dat is er allemaal al weer lang bij.
En dat komt omdat ik zo ontzettend veel eet. Ik heb er echt last van. Als
ik eet kan ik niet meer stoppen. Het lijkt op een verslaving. Vroeger kon
ik mezelf vrij goed in de hand houden. Maar ik heb nu het gevoel dat ik
alle controle erover ben kwijtgeraakt. Ik eet heel vaak tot ik ontzettende
buikpijn heb of bijna moet overgeven. Maar ik steek nooit meer mijn vinger
in mijn keel. Soms zou ik willen dat ik dat kon, maar dat kan ik niet. Ik
eet nooit snoep of chips of patat of zo iets dergelijks, maar gewoon alles
wat in de diepvries of de koelkast ligt. Dat dieet ging wel goed, want ik
kan ook heel goed niet eten, maar het lijkt wel of ik niet gewoon normaal
kan eten. Ik sport weer, dus ik mag gewoon zo al best wel veel eten,
bovendien heb ik helemaal geen aanleg om dik te worden. Ik voel me er zo
ongelukkig door. Ik voel me vooral heel ongelukkig als ik me weer helemaal
heb volgepropt, maar meestal ga ik dan alleen maar meer eten. Het
afgelopen jaar is er nogal veel veranderd in mijn leven, misschien heeft
het daar wel mee te maken? Kun je ergens terecht voor ondersteuning bij
het bereiken van een normaal eetpatroon? Vaak denk ik de hele dag aan
eten, daar wordt ik helemaal gek van. Ik voel me echt op de een af ander
manier afhankelijk worden van eten. Ik heb het gevoel dat het me alleen
niet echt lukt.
Eetproblemen komen vooral bij vrouwen veel voor en kunnen een grote
persoonlijke last voor iemand betekenen. Verandering in eetpatronen kunnen
samenhangen met belangrijke gebeurtenissen. Dat lijkt voor jou ook het
geval te zijn. Je beschrijft dat je al jaren last hebt van eetproblemen en
dat dit je zeer sterk bezig kan houden. Dat je om hulp vraagt is een goede
eerste stap, maar voor een goede aanpak van eetproblemen is tijd en
volharding nodig. Wondermiddelen lijken niet te bestaan. We geven
hieronder een overzicht varierend van zelfhulp als het lezen van goede
literatuur tot professionele gespecialiseerde hulp. Bij jouw lange
geschiedenis met eetproblemen lijkt professionele hulp op z'n plaats.
- Hoe je zelf te helpen? Er bestaan aan aantal goede boeken over eten
en problemen daarbij. Een voorbeeld daarvan is te vinden in de reeks
'Zorgen voor jezelf' van uitgeverij Boom. Maak je niet dik
Ook
op internet is veel informatie te vinden. Zie bijvoorbeeld het overzicht eetproblemen
van de eerstelijnspsycholoog J. Bugel. Op internet is ook de homepage
van de Stichting Anorexia en
Boulimia Nervosa met informatie over eetproblemen, zelfhulpgroepen,
enz.
- Een aantal gezondheidscentra geven cursussen over omgaan met
eten. Het gaat daarbij niet alleen om voorlichting over voeding, maar ook
om zelfacceptatie, ontwikkelen van goede eetgewoonten, enz. In Leiden
worden dergelijke cursussen bijvoorbeeld gegeven bij Hara (tel. 5233209).
- De studentenpsycholoog
kan je met een paar gesprekken helpen om de zaken op een rijtje te
krijgen.
- Gaat het meer om een behandeling (hooguit 10 gesprekken)
dan is te denken aan de Eerstelijnspsycholoog
(via de huisarts). Als het probleem zeer met je persoonlijke
levensgeschiedenis is verweven dan is een psychotherapeutische behandeling
te overwegen (overzicht psychologen /
psychotherapeuten en meer informatie over behandeling, kosten, enz.).
Voor de verzekering is meestal verwijzing door de huisarts nodig.
-
Gespecialiseerde behandeling van eetstoornissen is ondermeer te vinden bij
de Robert Fleury
stichting in Wassenaar.
Duizelig en benauwd in de
supermarkt
Ik ben een vrouw van 30 jaar en studeer aan de RUL en schrijf u deze
brief, omdat ik bang ben dat er iets mis is met me.
Twee weken geleden
toen ik in de rij stond bij een drukke supermarkt, werd ik plotseling
duizelig en raakte ik buiten adem. Ik was bang dat ik flauw zou vallen of
over moest geven of zo, maar ik kon nergens zitten. Mijn hart klopte als
een bezetene en ik was enorm aan het zweten. Op een of andere manier heb
ik de supermarkt uit kunnen komen.
Omdat ik bang was dat ik fysiek
niet in orde was, ik ben namelijk vier maanden zwanger, ben ik naar mijn
huisarts gegaan voor een medische controle. Hij zei echter dat er niets
met me aan de hand is.
Ik durf nu niet meer te gaan winkelen, ik krijg
het al benauwd bij het idee om naar de supermarkt te gaan. Mijn man vindt
dat ik me aanstel en wordt boos als ik er over begin. Ik weet niet wat ik
moet doen en hoop dat u me advies kunt geven.
Het is natuurlijk moeilijk om op afstand een 'diagnose' te stellen.
Maar uit wat je beschrijft is op te maken dat het gaat om
hyperventilatie-achtige klachten. Verandering van de ademhaling (een
gevoel te stikken) valt meestal het sterkst op. Het lijkt daarbij of je
lucht te weinig hebt, maar in feite heb je zuurstof (in verhouding tot de
hoeveelheid koolzuur) te veel waardoor de reflex van je longen om in te
ademen trager is dan jij prettig vindt. Jij wilt alweer inademen, maar je
longen "vinden" dat er nog zuurstof genoeg is en werken niet mee.
Je lichaam gedraagt zich alsof er sprake is van een zeer angstige
situatie en je lichaam prepareert je als het ware om te vechten of te
vluchten. Omdat je beseft dat er in je omgeving geen dingen zijn waar je
bang voor hoeft te zijn, schrik je ("Wat is er met me aan de hand?") van
de lichamelijke activatie en dat versterkt weer de lichamelijke activatie
(meer ademnood, hartkloppingen etc.).
In situaties waarin het net is
alsof je niet weg kunt ("Ik wil hier weg, maar ik kan toch zo maar niet
weglopen") krijg je het extra moeilijk: je lichaam geeft aan dat je beter
kunt vluchten, je verstand zegt dat dit onzin is. Je raakt in verwarring
over wat je het beste kunt doen en dit versterkt mogelijk de lichamelijke
reacties nogmaals.
Door je zwangerschap reageert je lichaam
misschien anders of sterker dan voorheen op ongemakken als honger hebben
(en daar een beetje duizelig van worden), lang staan , in een ruimte zijn
met veel mensen die dichter bij staan dan je prettig vindt etc.
Op
het web is veel informatie te vinden over dit onderwerp, bijvoorbeeld
onder de steekwoorden
angst en hyperventilatie.
Je angst om te gaan winkelen is voor mensen die dit niet kennen
moeilijk te begrijpen: er lijkt immers niets aan de hand te zijn. Maar dat
geldt ook voor angsten die ze waarschijnlijk zelf wel kennen. Veel mensen
hebben immers wel eens last "onnodige angsten". De angst voor spinnen of
muizen, hoogtevrees, bloed zien, reizen in een vliegtuig en spreken voor
een publiek zijn hier bekende voorbeelden van. Ze vallen alleen niet zo op
omdat het om situaties gaat die meestal makkelijk zijn te vermijden (in
tegenstelling tot boodschappen doen). Zoek zo nodig iemand anders dan je
partner om mee te praten. Maar informeer je beiden over deze serieus te
nemen klacht.
Wat verder te doen?
- Probeer de situaties waar je
tegen op ziet zo min mogelijk te vermijden, want dan kan de angst
toenemen.
- Lees bijvoorbeeld Hermans: Angstbeheersing; een
trainingsprogramma voor mensen met angstklachten, en pas de aanwijzingen
toe.
- Bespreek de situatie met een Studentenpsycholoog
- Zoek behandeling bij een Eerstelijnspsycholoog (via de huisarts)
Assertiviteit
Ik ben op zoek naar een assertiviteitstraining en vraag mij af waar
ik die kan vinden?
Assertiviteitstraining, te omschrijven als leren opkomen voor jezelf en
uitkomen voor jezelf ( meer informatie
), wordt geregeld gegeven door de Leidse studentenpsychologen (zie overzicht trainingen.
Daarnaast zijn er zelfstandig gevestigde psychologen. De
redactie heeft helaas maar in beperkte mate een overzicht over de
mogelijkheden in Leiden en omstreken. Ons is bekend dat
assertiviteitstraining wordt gegeven door:
* Praktijk voor
Psychotherapie en Psychosociale Hulpverlening te Leiden (5143040)
*
Psychotherapiepraktijk Oonk & Bueno de Mesquita te Leiden (5214654)
* Psychologenpraktijk Fiege te Den Haag (070-3475822)
*
Eerstelijns psycholoog Job Bugel te
Amsterdam.
Hertentamens en black-outs
Binnenkort moet ik veel hertentamens doen en ik ben bang dat ik weer
een black out krijg en niets meer weet. Dat heb ik al een keer eerder
gehad. Wat kan ik doen?
Om te beginnen iets over je planning. Je schrijft namelijk dat je veel
hertentamens hebt.
Wij weten natuurlijk niet hoeveel dat er precies
zijn, maar meestal is het niet verstandig om (te) veel hertentamens te
doen. Waarschijnlijk heb je dan te weinig tijd om de tentamens goed voor
te bereiden. Je loopt dan het risico alles half te doen (met voorspelbare
resultaten), in plaats van een paar dingen echt goed voor te bereiden
zodat je kans van slagen maximaal wordt.
Laat je niet op stang jagen
door de gedachte dat je nu alle tentamens wel moet doen omdat je anders
een negatief advies krijgt/niet op tijd afstudeert/problemen krijgt met
tempo of prestatie norm etc. Het zou buitengewoon prettig zijn als je dit
soort eventuele problemen kon vermijden, maar de kans dat je slaagt, wordt
helaas door de vurige wens alleen niet hoger.
Dus: kies zoveel
tentamens uit als haalbaar is en bestudeer de stof zorgvuldig. Bespreek
eventueel met je studieadviseur welke tentamens dat kunnen zijn.
Verder schrijf je dat je bang bent dat je een black-out zult krijgen.
Je hebt dit al een keer eerder meegemaakt.
Wij vragen ons af hoe groot
de kans is dat de geschiedenis zich herhaalt. M.a.w. dat je wel eens een
black-out hebt gehad, wil niet zeggen dat je een verhoogd risico loopt op
een volgende black-out. Zogenaamde "black-outs" zijn meestal het resultaat
van angst in combinatie met de gedachte dat er geen mogelijkheid is om de
angstaanjagende situatie te vermijden.
Het is de moeite waard te
onderzoeken wat er zo bedreigend is aan een tentamen en wat je kunt doen
om niet meer zo te schrikken van een tentamen. Vaak is de aanleiding voor
een black-out dat iemand niet het antwoord op een vraag weet en vindt dat
hij het antwoord meteen en volledig MOET weten. Dat is een misvatting die
nadenken ernstig kan hinderen. Bij vele vragen zal je immers eerst tijd
moeten nemen om na te denken en betekent 'niet weten' alleen dat je het
antwoord NOG niet weet.
Kijk voor meer informatie over de aanpak van
black-outs bij Omgaan met
examenblokkades en voor een goede aanpak van tentamens bij het
overzicht Studie-ondersteuning.
Studentenpsycholoog
Ik zat een keer niet lekker in me vel en daarom bezocht ik de huisarts.
Hij zei dat ik best
naar een studentenpsycholoog kon gaan om mee te
praten. De problemen lagen niet op het
studievlak, maar meer op het
persoonlijke. Heeft mijn huisarts gelijk?
NB: De genoemde problemen
zijn destijds overgewaaid.
Ja, je huisarts heeft gelijk. Bij een studentenpsycholoog kun je terecht voor problemen met de studie, maar ook voor meer persoonlijke problemen. Soms zijn een beperkt aantal gesprekken voldoende om er achter
te komen hoe je de problemen zelf verder oplost. Soms zijn de problemen
ingewikkelder. De studentenpsycholoog kan je dan helpen met het zoeken van
een persoon of instantie die langduriger begeleiding kan geven.
Afleidende gedachten
Als ik aan het studeren ben, krijg ik last van afleidende gedachten.
Zoals van dingen
thuis, vrienden etc.
Ik krijg ze vaak niet meer
zo makkelijk uit mijn hoofd. Hoe krijg ik ze wel uit mijn hoofd?
Als je last hebt van afleidende gedachten dan kost het kennelijk moeite
om je aandacht bij het studeren te houden. Jezelf hiertoe dwingen ('Ik
moet studeren') werkt niet, want dit moeten kan weer afleiden zodat je
niet aan het studeren zelf toekomt. Wat wel helpt is condities te scheppen
die studeren met aandacht bevorderen en te leren om te gaan met afleidende
gedachten. Dat gaat niet meteen en kost enige tijd.
Condities die
studeren met aandacht bevorderen
Maak een stimulerende werkomgeving.
Studeer in een omgeving (bibliotheek, eigen kamer) die uitlokt dat je aan
het werk gaat en aan het werk blijft. Dat zal over het algemeen een
rustige omgeving zijn, maar ook weer niet zo stil dat je begint in te
suffen.
Ruim je bureau op en leg daar alleen studiespullen neer.
Muziek KAN aan goede achtergrond vormen, maar muziek waar je echt naar
gaat luisteren uiteraard niet.
Studeer actief, dat wil zeggen maak
onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, stel jezelf
vragen (meer informatie
). Stel haalbare doelen op, bij voorbeeld 'In het komende uur ga ik 10
pagina's bestuderen en ik maak daarvan korte aantekeningen'.
Studeer
in een goed ritme van studeren (niet langer dan een uur) en kort pauzeren.
Ga niet door totdat je zeer moe bent omdat je dan al enige tijd de stof
niet goed meer in je opneemt. Bepaal op welke tijd van de dag je het meest
aandachtig kunt studeren. Meestal is dat niet na een maaltijd of s'avonds
zeer laat.
Het kan ook voorkomen dat je onrustig steeds weer denkt aan
dingen die je moet of (graag) wilt doen. Soms is het verstandig om eerst
iets te regelen (een afspraak te maken, een brief te schrijven, een plan
op te stellen hoe je een probleem gaat oplossen) en daarna aan de studie
te gaan. Spreek dan hiervoor een tijd met jezelf af en stel eventueel de
wekker in. Maar pas op dit niet als een uitvlucht te gebruiken en
noodzakelijke taken met een quasi-reden / logisch klinkend excuus uit te
stellen. Plan bepaalde activiteiten en ga dan terug naar het werk.
Omgaan met afleidende gedachten
Gedachten die afleiden zijn soms
net jengelende kinderen die om aandacht vragen. Of anders gezegd, de
onderwerpen waar je aandenkt zijn kennelijk belangrijk voor je. Neem de
tijd om daar aandacht aan te geven, maar wel op het goede moment. Maak
daarvoor een duidelijke afspraak met jezelf (tijdens de lunchpauze schrijf
ik daar wat over op, of vanavond spreekt ik met iemand over dit
onderwerp). Je kunt jezelf min of meer sturen met de gedachte 'niet nu,
maar straks'. Doe dat op een vriendelijk manier, want dwingen helpt niet.
Schrijf de gedachten op een bloknoot op, zet er een streep onder, doe
de bloknoot dicht en schuif deze opzij. Straks geef je hier aandacht aan
en niet nu! Je neemt even de tijd voor deze gedachten en laat ze daarna
los.
Ook op een andere manier kan je merken dat je met weinig aandacht
studeert (je schiet niet op of het dringt niet tot je door). Sturing van
jezelf is dan mogelijk met bij voorbeeld de gedachte 'Nog een half uur en
dan pauzeer ik. Let even op en maak dit stuk af'. Deze gedachte stuurt
omdat er sprake is van een studieritme (werken, pauzeren en weer werken),
vriendelijke zelfsturing ('let even op' en niet 'Ik MOET ...') en een
duidelijk (sub)doel ('dit stuk').
Raadpleeg ook 'Tien tips voor
studenten met concentratieproblemen' .
Zakken voor tentamens
Ik zak steeds voor tentamens. Wat moet ik doen?
Wat kun je doen om voor de tentamens te slagen? Om een probleem op te
lossen zul je eerst het probleem moeten analyseren en het onderstaande
helpt je hier hopelijk bij, zodat je tot een betere aanpak van tentamens
kunt komen.
Bij het afleggen van tentamens zijn er drie fasen te
onderscheiden, waarbij in iedere fase speciale activiteiten nodig zijn en
speciale problemen kunnen optreden.
1. Voorbereiding op het
tentamen. Studeer actief, dat wil zeggen: maak onderscheid tussen hoofd-
en bijzaken en toets jezelf of je de stof begrijpt (vragen stellen, oude
tentamens, enz). Studeer ook strategisch hetgeen inhoudt dat je de
voorbereiding afstemt op de eisen van het komende tentamen. Zakken voor
een tentamen is vaak het gevolg van passief en ongericht studeren.
Doe
aan time management: verdeel de tijd tussen studieactiviteiten en vrije
tijd. Maak zonodig schriftelijk een werkplan (meer informatie). Veel
tentamenproblemen worden door een slechte voorbereiding en vooral door
slecht time management veroorzaakt.
2. Afleggen van het tentamen
Weet van te voren hoe je het beste mc-tentamens, open vragen en mondelinge
tentamens kunt afleggen (meer informatie). Verdeel de tijd op het tentamen
en pauzeer af en toe om even uit te rusten. Lees de vragen zorgvuldig en
geef volledige antwoorden. Als je op het tentamen 'geblokkerd' raakt ga
dan verder met iets anders of pauzeer even.
Zakken voor tentamens is
vaak het gevolg van slordig lezen en beantwoorden van vragen.
Meer in
het algemeen is er sprake van een slechte tentamenvaardigheid.
3.
Evaluatie van de voorbereiding en het tentamen zelf. Zeker als je bent
gezakt is het nodig te evalueren, maar juist dan is dat niet erg
plezierig. Wat ging er niet goed op het tentamen zelf? Vind antwoord op de
vragen door te analyseren, het tentamen met een medestudent te bespreken,
een nabespreking te bezoeken en daar vragen te stellen, enz.
Merkte je
dat je voorbereiding niet goed was doordat je er te weinig tijd aan had
besteed of bleek je de stof niet te begrijpen? Had je bijvoorbeeld veel
moeite met multiple choice of was het of je op het tentamen geblokkeerd
raakte?
Studenten zakken vaak herhaald voor tentamens omdat deze
studenten niet kritisch nagaan wat de oorzaak van dit zakken is.
Deze adviezen zijn vrij algemeen omdat behalve deze vraag, niets
van je omstandigheden bekend is. Raadpleeg verder de beschikbare
informatie over tentamens
afleggen en maak zonodig een afspraak met een studentenpsycholoog
.
Faalangst?
Ik heb in twee jaar mijn propedeuse rechten gehaald. In het
derde jaar ben ik lid
geworden en ik voel me best wel lekker in m'n
vel zitten. Maar ik zak voor de tentamens
en heb last van zenuwen.
Toch werk ik wel. Mijn vriendinnen zeggen zelfs dat ze mij te
weinig
zien. Heb ik soms last van faalangst?
Als je ondanks een zeer goede voorbereiding geregeld zakt voor
tentamens dan KAN er sprake zijn examenvrees (dat is een duidelijker
begrip dan 'faalangst'). Maar zeer vaak is er bij zakken voor tentamens
sprake van een niet-optimale voorbereiding. Onderzoek eerst jouw manier
van met een tentamen omgaan.
Weet je eigenlijk wat er niet goed gaat?
Besteed je voldoende tijd aan de voorbereiding van het tentamen en verdeel
je de tijd tussen studie en andere activiteiten goed? Het lidmaatschap van
bijvoorbeeld een muziekvereniging is ondanks de vele repetities prima te
combineren met een studie. Je zult je tijd wel zeer goed moeten verdelen
en BEWAKEN, ondanks mogelijk druk van leden om naar een extra repetitie te
komen.
Studeer je
actief, dat wil zeggen maak onderscheid tussen hoofd- en bijzaken,
verwerk de studiestof en stel jezelf vragen. Stem daarbij je de
voorbereiding af op de eisen van het komende tentamen Weet je hoe je het
beste een tentamen kunt aanpakken? Voor multiple choice-
tentamens , open vragen en
mondelinge
tentamens bestaan bruikbare recepten.
Als je deze vragen positief
kunt beantwoorden en je zakt toch geregeld, dan zou het kunnen dat
examenvrees (dat wil zeggen gepieker over jezelf, het tentamen, de
gevolgen vanzakken, enz.) je hindert bij het opnemen (voorbereiding) en
reproduceren (tentamen zelf) van studiestof. Denk na en overleg met
medestudenten, studieadviseur, docenten en andere personen die belangrijk
voor je zijn. Raadpleeg ook de informatie over tentamens
afleggen, volg eventueel een workshop / cursus of
bespreek een en ander met een studentenpsycholoog
.
Verkeerde studie?
Ik ben enorm geinteresseerd in mensen en hun problemen en daarom ben
ik psychologie gaan studeren. Maar het eerste jaar gaat over heel wat
anders. Komt dat nog of heb ik de verkeerde studie gekozen
Het eerste jaar van de meeste opleidingen is zo ingericht dat het een
beeld geeft van wat je de rest van je studie kan verwachten en van de
specialisatiemogelijkheden die er later in je studie zijn. Aan de
universiteit volg je een wetenschappelijke opleiding, dat betekent dat er,
ook in het eerste jaar, veel aandacht wordt besteed aan kennis van
statistiek en onderzoeksmethoden.
Dit geldt ook voor psychologie.
Zoals je weet is psychologie een heel veelzijdig vakgebied. Om een goed
psycholoog te zijn heb je kennis nodig van alle belangrijke onderdelen van
de psychologie. Omdat het vakgebied zo veelzijdig is krijg je ook veel
verschillende vakken.
Om de oplossing in de goede hoek te zoeken is
het handig als je onderscheid maakt tussen de inhoud en de vorm van je
studie.
Inhoud
Of je wat betreft de inhoud de verkeerde studie
hebt gekozen hangt vooral af van wat de verschillende specialisaties
binnen de opleiding in Leiden je te bieden hebben. Het is dus goed om daar
snel achter te komen. Als eerste kan je de studiegids er op na slaan. Je
zou ook eens met je tutor/mentor kunnen spreken. Hij/zij kan je als je
interesse vooral uit gaat naar één richting ook in contact brengen met een
medewerker van die richting. Je kan je tutor/mentor ook vragen of hij/zij
studenten uit de laatste fase van hun studie kent zodat je ook eens met
hen kan praten. De studieadviseur is natuurlijk ook een goede
informatiebron. Als je tot de conclusie komt dat de specialisaties in
Leiden niet overeenkomen met jouw interesses kun je informatie zoeken over
opleidingen aan andere universiteiten in de Studie-infotheek.
Vorm
Het kan ook zijn dat niet zozeer de inhoud van de studieonderdelen je
tegenvalt, maar wel het feit dat je weinig met de praktische kanten van
het vak te maken krijgt. Ook dit geldt voor de meeste universitaire
opleidingen. Een student Biologie doet het eerste jaar weinig veldwerk,
een student Geneeskunde ziet bijna geen patiënten, een student Spaans moet
die taal razendsnel verwerven omdat er veel aandacht is voor meer
theoretische vakken. Een universitaire studie vraagt veel zitvlees om het
lees- en schrijfwerk te verrichten en de praktische toepassing is niet
altijd duidelijk.
Als je denkt dat vooral hier de schoen wringt bij
jou, kun je je informeren over andere soorten opleidingen die meer op de
beroepsuitoefening gericht zijn, en waar theorie en praktijk sneller
gecombineerd worden.
Als blijkt dat je inderdaad de verkeerde studie
hebt gekozen zou je een afspraak kunnen maken met de studiekeuze/loopbaanadviseur
van de dienst Studentenzaken om te praten over eventuele alternatieven.
Veel informatie over allerlei verschillende opleidingen is te vinden in de
Studie-infotheek
.
Stel vraag aan
Studentenvraagbaak